Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: dit gedeelte ver bij mij vandaan]
van de week ervoer ik een flinke afstand, tussen mijn leven en het Bijbelgedeelte wat we vandaag overdenken. Het was het heerlijkste weer, ik zat in een zonverlichte studeerkamer, en ik moest een preek maken over: Jezus in Getsemané. Geen zonlicht daar, duisternis; geen dag maar diepe nacht… Vanmorgen [is het zonnig?] mogen we ons allemaal in gedachten verplaatsen naar die donkere en droevige tuin, en het kan best zijn dat dat een hele afstand is, letterlijk en figuurlijk.

Maar ook op andere manieren is er grote afstand. In de tuin van Getsemané worstelt Jezus om de dood te aanvaarden – en ik ben ongestoord aan het doorleven. De Heer weet dat zijn dood er snel aankomt, dat lijden onvermijdelijk is. Als je jong en gezond bent, staat dat ver weg. Misschien kun je je er beter in verplaatsen als je te horen hebt gekregen dat je ziek bent of zo…
Jezus bidt tot zijn vader “Vader, neem deze beker van mij weg”, maar wat hij vraagt gebeurt niet. Onverhoorde gebeden, ellende, ik heb er weinig ervaring mee. Liever houd ik een preek zoals vorige week met Biddag: bid maar, want God kan verhoren meer dan wij geloven! En dat is waar. Maar vandaag is de les anders. Jezus gaat de nacht in. Afstand kan dat geven.
En toch is het goed om vanmorgen mee te gaan in gedachten. Want sommige mensen hier zullen er veel méér van herkennen dan ik: van worsteling, van duisternis… En wie we ook zijn: we mogen vanmorgen van Jezus leren. Meer nog, we mogen Hem vereren, als we zien wat Hij op zich neemt en welke weg hij gaat.
Ik heb mijn preek vanmorgen in drie punten verdeeld Lees verder