Tags
Uit de Bijbel is gelezen: Handelingen 1:1-14 en Johannes 15:14-29
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
wat een prachtig lied van Paul Gerhardt zongen we: “Overwinnaar, grote koning!” De dichter ziet het voor zich hoe Jezus bij zijn hemelvaart terugkeert naar zijn hemelse huis. En inderdaad, dát is het wat we vieren vandaag, op deze doordeweekse feestdag: de verhoging van Jezus. Daar mogen wij, als zijn gemeente, blij over zijn. “Zou ik, Heer, mij dan niet buigen, zou ik niet van vreugde juichen, nu het hemels feest begon, nu mijn koning overwon?”
Voor ons, mensen van de aarde, dreigt hemelvaart een beetje een ongrijpbaar iets te zijn. We zien in gedachten de leerlingen van Jezus daar staan, op de top van de Olijfberg. Ze kijken omhoog, waar Jezus is verdwenen. Zó was Hij nog bij ze, en zo is Hij weg. omhooggegaan, verdwenen in een wolk. “Hij werd onttrokken aan hun gezicht”. Ja, als we zo kijken, is er niet veel feestelijks, eerder een vreemde leegte.
[I: de hemelvaart als Jezus verhoging]
Maar laten we nu vandaag eerst eens proberen om de hemelvaart te bekijken vanuit het perspectief van Jezus Zelf. Voor Hem is het een bijzondere dag! De aflsuiting van zijn taak op aarde. Het werk zit erop! Immers, Jezus was naar de aarde gekomen met een opdracht, met een taak. Hij werd als mens geboren, om de mensen weer bij God te brengen. Daarvoor verliet Hij de hemelse glorie en kwam Hij op aarde. Hij had onderwijs gegeven, verhalen verteld… Hij had mensen genezen en gebondenen bevrijd. Zo had Hij, in woord en daad, duidelijk gemaakt wie de Vader is en hoe zijn rijk eruit ziet. Jezus had geen ogenblik rust, zo vertellen de evangeliën. Maar nu, nu mag hij rusten, thuiskomen!
Jezus’ taak ging nog verder dan onderwijzen en wonderen doen. Ten diepste was Hij gekomen om verzoening te brengen. Om de zonden van de wereld te dragen. Om de haat van mensen te keren met zijn liefde tot het einde. Hoe zwaar is dat geweest! We hebben het gehoord in de tijd voor Pasen, hoe Hij werd bespot en gevangen. Gegeseld en bespuugd. Hij werd aan een kruis gespijkerd, om daar ellendig te sterven. Wat een vreselijk lijden, wat een pijn en verachting. Maar Jezus ging de weg tot het bittere einde. Hij stierf, of beter gezegd: Hij gaf zijn leven. Hij gaf zijn leven voor de wereld. Voor ons. Onbegrijpelijk! En nu, nu is die taak volbracht. Jezus was weer opgestaan uit het graf. En nu, met Hemelvaart, keert Hij weer terug naar waar Hij vandaan kwam: de heerlijkheid bij zijn Vader. Is dat geen geweldige dag?
Denk aan die momenten dat je zelf een grote klus hebt voltooid. Je laatste examen gedaan, en dan het diploma. Of de Alpe d’Huez opgefietst voor een goed doel. Wat een geweldig gevoel is het als je dan klaar bent. Als je de marathon loopt en de finish verschijnt om de laatste bocht. Wel, zó moet het voor de Here Jezus zijn geweest om weer naar de Vader te gaan. Het is klaar!
Wat een contrast ook tussen deze aarde en de hemelse werkelijkheid. Hier is zoveel wat niet klopt. Hier ervoer Jezus haat, dáár is alleen liefde. Hier gebrokenheid en ziekte, daar is alles volmaakt. Hier duisternis van druk en dreiging, daar eeuwig hemels licht. Wat moet het voor de Here Jezus geweest zijn om dáár te komen waar Hij thuis is, waar het goed is!
Wat de hemel precies is en waar de hemel te vinden is, dat zijn vragen die ons begrip te boven gaan. Gods werkelijkheid is te groot voor ons. Maar laten we de intocht van de Here Jezus ons maar gewoon in wat aardse termen voorstellen.
De hemeldeuren gaan open en heerlijk licht straalt Hem tegemoet. Aan beide kanten staat een grote menigte engelen hem al op te wachten. Als Jezus verschijnt, knielen ze allemaal eerbiedig voor Hem. Muziek weerklinkt, van engelenkoren, die zingen van zijn strijd, die juichen over zijn offer. Bazuinen en trompetten blazen een fanfare. De heiligen, de overleden gelovigen die daar al zijn, komen Hem tegemoet. Wát een vreugde en jubel.
Daar gaat Jezus. Hij komt bij de troon van zijn Vader. Die zegt: Welkom thuis! Hij zet hem een kroon op het hoofd. En de Here Jezus krijgt de ereplaats, aan de rechterhand van God de Vader. Zijn aardse taak is volbracht, Hij krijgt de eer. Heel de hemel zingt!
[II: na de hemelvaart een tussentijd]
Zo ongeveer kunnen we ons Jezus hemelvaart indenken uit hemels perspectief. Als je het op je laat inwerken, word je zelf ook meegevoerd. Koning Jezus alle eer! Halleluja! In onze lofliederen mogen we meedoen met het hemelse koor.
Maar, ik zei het al, vanuit aards perspectief ziet het er toch anders uit. Dat is mijn tweede punt. Jezus is weg! Verdwaasd staren zijn leerlingen nog omhoog, maar ze zien niets. Ze voelen zich verlaten en onzeker. En zo kan het voor ons ook voelen met Hemelvaartsdag. Jezus is vertrokken. Goed, zijn werk is voltooid, en dat is prachtig. Er is verzoening met God voor wie gelooft, maar nu? Aan de ene kant heeft Jezus alles anders gemaakt, dat geloven we. Maar aan de andere kant kan een onbestemde leegte je vullen vandaag.
We zien het ook bij de leerlingen daar op de Olijfberg. Die ochtend waren ze met Jezus de stad uitgelopen naar buiten. Ze hadden het inmiddels wel begrepen: Jezus’ dood was geen vreselijke mislukking, het was hoofdzaak in Gods heilsplan. Hun Heer had de dood overwonnen, een nieuwe toekomst geopend. Vol verwachting kijken ze uit naar wat komen gaat. “Heer,” vragen ze, “zult U in déze tijd voor Israël het koninkrijk weer herstellen?” Met andere woorden: nu zal de nieuwe wereld toch aanbreken, hè?
Maar nee dus! Jezus geeft ze een opdracht, en dan vertrekt Hij van hier. Niet Gods koninkrjk breekt aan, maar een tussentijd. Een tussentijd waar ook wij in leven. De tijd tussen dat Jezus ging – hemelvaart – en dat Hij weer komt – de wederkomst. Wij leven in een tussentijd! In deze tijd moet de goede boodschap de wereld rond gaan, zodat ieder het hoort en kan geloven. Dat is de opdracht die er ligt. En Jezus heeft beloofd: eens kom ik weer, en dán wordt alles goed. Maar wanneer dat zal zijn? we weten het niet. Jezus zei het al: “het komt u niet toe, de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in zijn eigen macht gesteld heeft”.
Nou, daar zit je dan. Kwetsbaar, als christen. Je gelooft in iemand die je niet meer ziet, en je hoopt op iets waarvan je niet weet wanneer het komt. Is dat wel vol te houden? Soms bekruipt de twijfel je. Wij moeten leven door geloof, maar zien doen we niet veel!
Laten we maar eerlijk zijn: geloven is niet makkelijk. We houden tegenover elkaar onze vrome gezichten in de plooi. Misschien willen we het voor onszelf niet eens weten, dat we ons soms leeg en verward voelen. Dat kan: zodra je een spoortje twijfel voelt opkomen, dat meteen wegduwen. Maar soms lukt dat niet. Het lijkt of je op een lege vlakte staat. Jezus is hier niet meer, al eeuwen niet. De toekomst waar Hij van sprak is nog nergens. En daartussen: u. En ik, en wij allemaal. In een wereld waar je van Zijn bestuur weinig ziet, waar teroristische aanslagen plaatsvinden en waar de kerk krimpt. Hoe houd je vol?
In het Johannes-evangelie spreekt Jezus over zijn vertrek. Niet voor niets zegt hij dan “Laat uw hart niet in beroering raken en bang worden”. Hij zag het blijkbaar al in de ogen van zijn leerlingen. Verder moeten zonder Jezus aan hun zij? Hem niets meer kunnen vragen? Of misschien voorziet Hij hoe ze zich zullen voelen als Hij er straks niet meer is. Dan is geloven niet meer zo makkelijk! Ja, als Jezus naast je loopt, als je Hem kunt aanraken, als je ziet wat Hij doet. Maar wat als Hij weggaat? Wat moeten zij, en wij, nu het Hemelvaart is geweest?
Is het nu alleen maar een kwestie van volhouden? Die opdracht van Jezus dan maar gaan uitvoeren, en intussen uitzien naar Jezus’ terugkomst? Maar hoe houd je dat vol? Als niemand op het evangelie lijkt te wachten, als Jezus’ terugkomst laat ook al op zich wachten… Is hemelvaart wel zo’n feest?
[III: Jezus laat ons niet alleen!]
Maar gelukkig, dit is niet het hele verhaal. Deze preek heeft nog een derde punt! Want al is Jezus naar zijn vader gegaaan, hij laat zijn kinderen niet alleen achter. Zeker niet! En daarom lazen we ook dat gedeelte uit het Johannes-evangelie. Als Jezus spreekt over zijn vertrekt, belooft Hij iets. Méér dan één ding zelfs. Hij zegt zo iets moois! “Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef ik die aan u – mijn vrede. Laat uw hart niet in beroering raken en wees niet bang”. Jezus gaat zijn mensen níet in de steek. Hij geeft, ook in deze tussentijd, alles wat nodig is. Luister maar wat Hij belooft!
Jezus zegt dat er een ‘andere trooster’ zal komen. Daarmee bedoelt Hij de Heilige Geest. Jezus gaat, maar de Geest komt. Dan is God, dan is Jezus niet ver weg ergens in de hemel. Dan is Hij bíj je, in de vorm van de Geest. De Heilige Geest, Hij woont zelfs in het hart van wie gelooft. Dichterbij kan toch niet?
Een ‘trooster’, noemt Jezus de Geest. Dit woord zegt heel veel over wat de Geest doet. Als je het niet meer ziet zitten, troost Hij en bemoedigt je. Als je geloof leeg lijkt te lopen, geeft Hij dat je weer moed vat. Bijvoorbeeld door een lied – hebt dat misschien wel eens meegemaakt? Of Hij troost op een andere manier. Troost – die is wel nodig in deze troosteloze wereld. Maar eigenlijk is ‘troost’ niet zo’n heel goede vertaling van het grondwoord. ‘Bijstand’ zou beter zijn. De Heilige Geest troost niet alleen, Hij wil je ook bijstaan in de dingen die je doen moet. De weg wijzen in het leven, onderwijs geven in Jezus’ woorden. De Bijbel laten spreken. De Geest geeft gaven, om te dienen in Gods werk. Hij helpt je om je in te zetten voor Gods werk.
Dat alles doet de Geest. Dat is toch wel heel iets anders dan op een kale vlakte staan tussen hemelvaart en wederkomst… En wat nog mooier is: zo is Jezus zelf er eigenlijk ook altijd. Jezus heeft ons niet verlaten! Hij is bij u – op de manier van de Geest. Jezus zegt het “wij zullen naar hem (wie Hem volgt) toekomen en bij hem intrek nemen”. De Vader en de Zoon – door de Geest. Bij u! Dat mag u vast geloven. Is dat geen wonder? U in Hem, en Hij in u – als u gaat op de weg van God.
De Here Jezus die bij u is. Wat is dat nodig, en wat is dat heerlijk. Wat ontvang je dan niet aan gaven! Vrede, zegt Jezus. Het diepe vertrouwen dat het góed is, ook al is zoveel in de wereld niet goed. Vrede, vrede met God, en met jezelf, en met anderen. Maar ook meer: bescherming. Als je je afvraagt of je geloof het wel houdt. Als je je afvraagt of de kerk wel zal standhouden. Jezus zegt: “de poorten van de hel zúllen mijn gemeente niet overweldigen”. Kracht, als je zwak bent. Troost, als je verdriet hebt. Wijsheid als je het niet meer weet. Een woord als je sprakeloos bent. Ach, en ga zo maar door. Jezus laat u niet alleen, ook niet na Hemelvaart.
Het kinderlied van de maand zegt het zo mooi: “daar zit Hij nu op de troon, om te helpen en te troosten. Hij regeert met vaste hand, van het westen tot het oosten. Glorie voor de allerhoogste God!” Hij is erbij – is dat vanouds al niet de naam van God?
Dan kun je moed houden. Dan kun je standhouden. Dan kun je ook de laatste opdracht van Jezus uitvoeren. Immers, Hij gaf zijn leerlingen, ook ons, een opdracht: wees mijn getuigen. We hoorden er vorige donderdag nog over op de thema-avond. Getuigen van je geloof! Maar we hoeven dat niet alleen te doen. Jezus zegt niet: succes ermee, ik ga er vandoor! Nee! Hij geeft de Heilige Geest, als Bijstand in die taak, en als Trooster voor als we dreigen op te geven. En dat alles in het uitzicht op de toekomst. Die toekomst die wij nooit kunnen brengen, maar waar we in alle eenvoud tóch aan mogen bijdragen: de dag dat Jezus komt, als het evangelie heel de wereld is rond gegaan. Hij komt, en ook nu is Hij niet ver weg!
[slot]
Wat is Hemelvaart dan een mooi feest. Allereerst als we denken aan Jezus zelf: Hij ontvangt nu de ereplaats, Hij komt thuis bij zijn Vader. Maar ook voor ons. Want Hij laat zijn kerk niet alleen. Hij laat u en mij niet alleen. Hij zegt het, terwijl Hij gaat “Vrede geef ik u, mijn vrede laat ik bij u”. Wees maar niet bang! Jezus Zelf zegt het: Ik ben bij je, door mijn Geest.
Zo mogen we bemoedigd leven, in deze tussentijd. Wachtend op Jezus wederkomst, levend in zijn vrede, trouw onze taak vervullend.
Ik sluit af met een lied van Arie Maasland:
Vanaf een aardse heuveltop
ontsteeg Hij ons, om hogerop
verheerlijkt voort te leven.
Hij raakte los van plaats en tijd,
zijn handen zegenend gespreid,
zijn hoofd als vorst geheven.Het leek of Hij ons achterliet
als wezen, maar zo was het niet:
wij bleken Koningszonen.
Goed was het dat Hij afscheid nam.
Hij heeft zijn Geest gestuurd, Hij kwam
voor altijd in ons wonen.
Lof zij Christus in eeuwigheid! Amen