Tags

, , ,

Gemeente van Jezus Christus,

 

[intro]300

de eerste christengemeente in Jeruzalem – wat moet dat een mooie tijd zijn geweest! Eenheid en toewijding, vol van de heilige Geest, alles nieuw en fris en veelbelovend. In de beschrijving van de eerste christenen die we lazen is geen wanklank te vinden, alleen positieve dingen. Een soort gouden eeuw, een ideaal dat latere eeuwen niet konden evenaren. Zou u niet in die tijd hebben willen leven? Eén grote familie, tekens en wonderen die gebeuren, dagelijkse groei van het aantal christenen…

Ik pik er even een paar dingen uit: ze eten bij elkaar thuis. De gemeente was echt één grote familie! Maar dat niet alleen: ze hadden alle dingen gemeenschappelijk – een soort gemeenschap van goederen. Niemand hield zijn bezittingen voor zich zelf, maar ze werden vrijelijk gedeeld. En als er nood was, geld ergens voor nodig, dan verkochten mensen zó hun bezittingen, en gaven het geld om te gebruiken waar nodig. In de volgende hoofdstukken lezen we daar meer over. Alles samen, alles delen!

In de kerkgeschiedenis is er vaak teruggegrepen op deze beschrijving. Als in later tijden de zaken er niet zo bloeiend voorstonden, werd gezegd: we moeten terug naar de eenvoud van de eerste christenen! Terug naar de kern. In onze kerk, de Protestantse kerk, is daar momenteel ook iets van te bespeuren. Er is een proces op gang dat ‘kerk 2025’ heet – een proces om de kerk klaar te maken voor de toekomst, nu ze kleiner wordt en oude structuren niet meer werken. De ondertitel van het rapport ‘Kerk 2025’ is ‘back to basics’ – terug naar de basis. Er moet niet veel tijd gaan zitten in geldzaken, geregel en commissies, we moeten terug naar waar het echt om gaat. Als vanzelf gaat de blik naar de eerste christengemeente, waar we net over lazen. Moeten we daar weer naar terug misschien?

[kerk geen instituut maar gemeenschap]350

De christengemeente in Jeruzalem vormt de eerste kerk. Of… kerk? Dat woord kan verschillende dingen betekenen. Veel van de dingen die wij als eerste associëren met ‘kerk’ waren daar niet. Een kerk, dat is voor ons misschien een gebouw waar mensen samenkomen. Maar… die eerste gemeente had helemaal geen eigen gebouw! Ze kwamen samen bij mensen thuis, of in een voorhof van de tempel. Wij denken bij ‘kerk’ ook al snel aan een kerkgenootschap, waar je lid van kunt zijn: de protestantse kerk, of de katholieke, of de vrijgemaakte kerk. Een instituut met een ledenregister, met een kerkorde, met een ANBI-status, een synode, en ga zo maar door. Echter… al deze dingen zul je tevergeefs zoeken in de die eerste kerk in Jeruzalem. Ik kan me niet voorstellen dat ze een ledenregister bijhielden, of een generale regeling predikantspensioenen hadden!

En tóch is hier de kerk. De kerk in haar essentie, zonder allerlei dingen die er later bij zijn gekomen, hoe nuttig. Ik denk dat dit heel belangrijk is om vast te houden nu in onze tijd het instituut kerk kraakt, nu grote kerkgebouwen een blok aan het been blijken. De kerk is ten diepste géén instituut, maar een gemeenschap. Een groep mensen die samen bij Jezus horen, die Hem samen vereren en samen proberen te leven zoals Hij leerde. Het is opvallend hoe ons Bijbelgedeelte dit een-zijn telkens benadrukt: vers 42 ‘zij volhardden in … de gemeenschap’, vers 44 ‘zij waren bijeen’, vers 46 noemt ze ‘eensgezind’ en ‘gezamenlijk’. Dát is de kerk. Een gemeenschap van mensen, verbonden door dezelfde Geest en biddend tot dezelfde Heer. Letterlijk betekent ‘kerk’ trouwens ook ‘dat wat van de Heer is’ – zijn mensen.

Vanmorgen vierden we hier het Heilig Avondmaal. Daar mochten we die gemeenschap zichtbaar beleven: samen bijeen zijn rond de tafel van de Here Jezus. Samen zijn genade vieren. Dát is kerk! De gemeente, dat zijn Bijbels gezien eerder de mensen die samen Avondmaal vieren, dan alle mensen in ons ledenbestand samen. Door alleen in een bestand te staan word je geen christen! Dat ben je in de gemeenschap van de gemeente.

Het is goed dit mee te nemen in onze tijd, waar alle instituten, niet alleen de kerk, onder druk staan. De kerk, de gemeente is een gemeenschap van mensen. Een organische eenheid, niet een formele.

 

 

[tegenwerpingen]200

De eerste christengemeente. Een lichtend voorbeeld van eenheid, van gemeenschap. Is hun manier van kerk-zijn ons ideaal? Ik kan me echter voorstellen dat u daar niet in alle opzichten enthousiast van wordt. Ik niet tenminste, toen ik er even over nadacht!

Om te beginnen: ze zaten wel héél veel bij elkaar. Elke dag in de tempel, en samen eten. Een familie die heel ‘close’ is. Het lijkt me op den duur haast beklemmend worden. Zo’n gemeenschap is leuk, maar heb je ook nog wat ruimte voor jezelf? Er is nog tijd om met andere dingen bezig te zijn dan met geloof en geloofsgenoten? Of waren die mensen misschien zo vol van de Heilige Geest, dat ze helemaal niet anders wilden? Hun hele bestaan werd in elk geval gestempeld door de nieuwe gemeenschap die ze gevonden hadden.

En dan die gemeenschap van goederen. Dat gaat toch wel heel ver – een soort commune. Ik wil best delen, maar álle dingen gemeenschappelijk. Zou dat geen praktische problemen gegeven hebben, op zijn minst? En tenslotte: dat spullen verkopen om de opbrengst te verdelen. Heel nobel, maar het komt toch neer op een soort potverteren. Op de lange termijn ben je dan toch allemaal arm? Is dit niet een beetje kortetermijndenken?

Nee, hoe idyllisch het ook klinkt, ik denk dat we die eerste christengemeente maar niet moeten kopiëren hier in Poeldijk, of waar dan ook!

[niet de vorm kopiëren…]300

Hebt u wel eens gehoord van salafisten? Salafisten, het is een moslimgroepering die heel wat extremisten en zelfs terroristen heeft voortgebracht. Maar daar gaat het me nu niet om. Waar het me wel om gaat is dit. Volgens hen is de islam in verval, en is er maar één optie om het beter te laten gaan: terug naar de tijd van de eerste moslims, de salafin, vandaar de naam. Terug naar de bloeiende begintijd. En daar gaan ze best ver in, tot en met het gebruiken van een platgekauwd en uitgerafeld takje in plaats van een tandenborstel – die gebruikten de eerste moslims immers ook niet!

Als je zonder meer terug wilt naar wat de eerste christenen deden, dan is er het gevaar dat je een soort salafisten wordt. Dan vergeet je de invloed van tijd en context. Om maar iets te noemen: het hele idee van privacy, van ruimte voor jezelf, bestond in die tijd nog nauwelijks. Dus het is niet zo dat de eerste christenen dat opgaven. Ze brachten hun tijd nu alleen door in een andere groep. En wat betreft het delen van alle dingen: in die tijd zagen velen dat als een kenmerk van de ideale samenleving. Zij hadden nog geen ervaringen met het mislukken van het communisme! Onze tijd is anders dan toen, dus gemeente-zijn zal ook anders gaan. Al kunnen we veel van die eerste christenen leren, daar kom ik zo op.

Bovendien is er nog iets, en dat is nog belangrijker. Als je weer terug wilt naar de eerste christenen, loop je gevaar dat je de buitenkant kopieert en de binnenkant vergeet. Als wij het privébezit afschaffen, als wij voortaan samenkomen in huizen van gemeenteleden in plaats van hier in de kerk, dan worden we daar niet vanzelf heiliger van. Dan brengt ons dat nog niet dichter bij Jezus!

[…maar de kern hebben: Jezus]350

Kijk, en dát is de kern waar het om gaat: dat wij, net als zij, een gemeenschap zijn van mensen rondom onze Heer. Een gemeenschap, een groep mensen die close is met elkaar, dat kan iets puur horizontaals zijn, iets wat niets met God te maken heeft. Denk aan een vriendengroep, een leefgemeenschap, of zelfs een sekte. Alles delen en samen eten maakt je nog geen christen. Net zo: dat wij hier in Poeldijk een hechte en hartelijke gemeenschap zijn, maakt ons niet niet een christelijke gemeenschap. Daar is nog iets voor nodig!

Wat dan? De eerste christenen in Jeruzalem waren een omdát ze bij Jezus hoorden. We hoorden er vanochtend iets over wat en bijeen had gebracht: dat ze geraakt waren door de woorden van de apostelen. Dat ze anders waren gaan denken en doen, bekeerd. Dat ze gedoopt waren in Jezus’ naam en met Hem opgestaan in een nieuw leven. Allen hadden ze de Heilige Geest ontvangen. En daarom waren ze nu samen één gemeente. Dit is wel een les in onze tijd van individualisme: geloof is niet iets tussen jou en God alleen. Daar begint het wel, dat jíj persoonlijk geraakt wordt. Maar daar eindigt het niet!

De christelijke gemeenschap heeft iets horizontaals, iets tussen de mensen in, maar óók iets verticaals: dat Jezus de kern en het hart vormt, en dat we ieder afzonderlijk en allen samen van Hem zijn!

Die beide dingen zie je zo prachtig in het Heilig Avondmaal. Daar zit je samen aan de tafel, als één gemeenschap. Mensen heel verschillend: oud en jong, mannen en vrouwen, hoger- en lager opgeleid – maar sámen het brood en de wijn delend. Samen zijn we één! Maar wat maakt ons één? Dát we dus delen in Jezus Christus, in Hem naar wie brood en wijn wijzen. Hij stierf voor allen, en wij allen leven voor Hem. Hij maakt ons tot één familie, door zijn Geest. Het Heilig Avondmaal brengt het bij elkaar: de horizontale gemeenschap – met elkaar, en de verticale gemeenschap – met Jezus door de Geest. En samen heb je dan precies een kruis. Dat is samen christen-zijn!

[lessen uit de eerste chr. Gem.]400

Ik hoop van harte dat u er iets van hebt mogen ervaren vanmorgen, aan de tafel van de Here. Van dat gemeenschap zijn, en van die verbinding met de Heer zelf. En ik hoop ook dat wij als gemeente zo’n gemeenschap zullen zijn en blijven, ook na de viering. Dat dat de vrucht mag zijn van de viering.

Dan mogen we zoeken hoe we in onze tijd een gemeenschap kunnen zijn zoals de eerste christenen. Niet door klakkeloos kopiëren, ik zei het al. Maar dezelfde Geest die toen de gemeente leidde, wil dat ook nu doen! Dan kunnen we zeker veel leren van deze eerste broeders en zusters. Niet kopiëren, maar inspireren. Ik noem slechts enkele dingen ter overweging.

Gemeente-zijn is blijkbaar méér dan eens per zondag een preek aanhoren. De eerste christenen kwamen dagelijks bijeen in de tempel en aten samen. Wat heeft dit ons te zeggen? Niet per se dat we als gemeente zoveel mogelijk activiteiten organiseren, en dat we die allemaal bijwonen. Dat heeft iets onuitsprekelijk vermoeiends. In die eerste gemeente werd juist niet zoveel georganiseerd lijkt het! Nee, veel belangrijker is dit: ze deelden hun leven. Hun huis, hun eten, en ook hun zorgen en noden. Doen wij dat? Hoeveel weet u van degene naast wie u in de bank zit? En vragen wij wel eens gemeenteleden te eten, of gewoon op de koffie? Huis en eten delen, en dan komt er vanzelf meer.

Wij hebben van het Heilig Avondmaal een officieel sacrament gemaakt, dat weinig meer heeft van een echte maaltijd. Bij de eerste christenen liep dat veel vloeiender in elkaar over. Samen eten, en waarschijnlijk werd er dan tijdens die maaltijd, als onderdeel ervan, brood gebroken en gedeeld, en een beker wijn. De maaltijd werd geheiligd daardoor, en het sacrament stond midden in het gewone leven. Zouden wij daar niet van kunnen leren? Ik bedoel: dat we de viering van het Heilig avondmaal niet als los ding zien. Gemeenteleden bij je thuis te eten vragen, samen praten over wat je bezighoudt – dat is óók gemeenschap van Christus zijn. En andersom: bij het Heilig Avondmaal gaat het niet alleen over u en God – het is ook maaltijd van de gemeenschap, van de gemeente. Broeders en zusters zijn in de ene Heer!

En tenslotte: bij de eerste christenen liepen aardse en geestelijke dingen vloeiend door elkaar. Wij hebben de neiging die te scheiden. Maar geloof kan niet één vakje zijn in je leven. Het is de basis voor alles wat je doet, of het is geen geloof. Je omgang met God – het gebed, kerkgang, avondmaal vieren. Maar ook je omgang met geld – niet aan bezit vastzitten, dingen delen en geven. Je omgang met anderen – in de gemeente, maar ook daarbuiten. De eerste christenen ‘vonden genade bij heel het volk’. Zo mogen ook wij zoeken om mensen uit één stuk te zijn.

 

 

[slotje]200

We hebben het Heilig Avondmaal gevierd. De maaltijd van de gemeenschap. Met elkaar, en met onze Heer Jezus Christus. In Hem zijn we een, als gemeente van Poeldijk, en ook als christenen uit andere gemeentes. Laten we dan ook verder de eenheid vasthouden, met Hem en elkaar. Dan is er toekomst! De kerk als instituut kraakt en kreunt. Maar de gemeenschap van mensen die van Christus zijn, is niet te vernielen. Want ze is van Hem en krijgt haar leven door de Geest.

Mogen we zo elkaars levens delen als gemeenschap, en geloven sámen in Hem. Onze Heer die zijn lichaam en bloed geeft aan mensen. Hem zij de eer in eeuwigheid! Amen