Tags

, , ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: de wijzen die in Jeruzalem komen]
stel je voor dat je Jeruzalem was geweest op die dag! Er is een karavaan aangekomen uit het oosten. Een hele karavaan kamelen, met knechten en slaven, en aan het hoofd paar exotisch uitziende mannen. Dat komt op zich vaker voor in Jeruzalem, de stad was een belangrijk handelscentrum. Maar deze mannen komen niet om te handelen! Als een Jeruzalemse koopman informeert wat voor waar ze bij zich hebben, schudden de bedienden die de kamelen voortleiden slechts ernstig van ‘nee’. Wat is dat nu? Eén van de mannen op de mooiste kamelen ziet de koopman vragen, en wenkt. In gebroken Grieks vraagt hij waar het paleis van de koning te vinden is. Het paleis? Misschien is dit wel een handelsdelegatie uit een ver land, of afgezanten op zoek naar een bondgenootschap. ‘Heeft de oude koning Herodes u uitgenodigd, edele vreemdelingen?’ vraagt de koopman nieuwsgierig. Maar de man op de kameel maakt een afwerend gebaar. ‘Geen oude koning. Waar is de koning van de Joden die kort geleden geboren is?’ De koopman is stomverbaasd. Een koning geboren? Zijn verbazing wordt er niet minder op als de ander verder gaat. ‘We zijn gekomen om de nieuwe koning te eren. Wij hebben zijn ster gezien in het oosten!’
Het verhaal gaat al snel de straten door. Mannen van ver zoekend naar een koningskind. Wat is hier aan de hand? Ik zal het u zeggen: Jezus is geboren! Daar zijn die mannen op afgekomen. Daar zijn ook wij vanavond voor bijeen gekomen. Jezus is geboren!

[Jezus die is geboren: God bij ons]
Kerst is het feest van Jezus’ geboorte. Maar wie is Jezus eigenlijk, behalve dan een baby’tje in een stal lang geleden? In het Bijbelgedeelte dat we lazen wordt hij ‘de koning van de Joden’ genoemd, en ‘de messias’. Maar wat betekent dat? Wat is het wonder van zijn geboorte? Wel, laat ik meteen proberen het heel eenvoudig te zeggen. In Jezus, in dit baby’tje van toen, is God zelf naar ons toegekomen. Dat is het wonder van kerst. God is een mens geworden onder de mensen. Daarom is dit kleine kind de allergrootste koning. Koning van de Joden, ja meer nog: koning van het heelal! Zo wijst een ster wijzen de weg, mensen uit de verste streken, als teken dat alle volken eens Hem zullen eren.
Kerst, dat wil zeggen: God zelf is gekomen! Alleen, wat betekent dat voor ons? Hoe reageer je als je hoort van zijn geboorte? Dat is de vraag voor vanavond!

[Schriftgeleerden: doen er niets mee]
De verschillende personen in het Bijbelverhaal laten ons verschillende reacties zien. Zo zijn er de Joodse wetsleraren. Zodra koning Herodes hoort van de mannen die koningskind zoeken, laat hij deze wetsleraren halen. Ze zijn de beroepsgelovigen, de experts in de godsdienst van Israël. Zij kunnen Herodes wel van een antwoord voorzien. Waar de messias geboren moet worden, de lang verwachte nieuwe leider die God beloofd had? In Bethlehem natuurlijk! Dat had de profeet Micha al voorzegd, dat staat in de heilige boeken. Maar… de wetsleraren laten het hierbij. Ze horen het nieuws van Jezus’ geboorte, ze kennen de Bijbelteksten, maar daar blijft het bij! Ze denken niet: zou er écht een nieuwe koning zijn gekomen? Ze gaan niet naar Bethlehem. Ze doen er eigenlijk niets mee, met het nieuws van Jezus’ geboorte.
Het zou zo maar kunnen dat jouw reactie lijkt op die van deze wetsleraars. Jouw reactie op Jezus geboorte. Reactie? denkt je misschien. Ja, Jezus is eens geboren, dat weet ik wel, dat heb ik al zo vaak gehoord met kerst. Dat staat in de heilige boeken, in de Bijbel. Dat is vast ook wel gebeurd toen. Maar verder? Je neemt het ter kennisgeving aan.
Misschien is deze reactie wel begrijpelijk. Jezus’ geboorte is immers lang geleden. Het is in elk geval de gemakkelijkste reactie. Maar… bedenk wel: Gód is op aarde gekomen, heel dicht bij ons. Ik kan me niet voorstellen dat er dan niets verandert. Dat je daar niet iets mee moet. Het is immers nogal wat!

[Herodes: wijst af]
Dan heeft de oude koning Herodes de impact van de boodschap toch beter begrepen. Een nieuwe koning? Dat betekent een bedreiging voor zijn oppermacht! Dat betekent concurrentie. Herodes wil niets weten van een nieuwe koning, ook niet als het de messias zou zijn waar die wetsleraars hem van vertellen. Of de nieuwe koning nu van God komt of niet, Herodes moet het niet. Direct bedenkt hij een listig en leugenachtig plan, waarbij de wijzen hem moeten vertellen waar het kind is. ‘Dan kan ik het ook eren’, aldus Herodes. Ja ja. Herodes had eerder al een vrouw en drie van zijn eigen zonen laten doden, hij kijkt niet op een moord meer of minder.
Herodes wijst Jezus af. Maar hij heeft wel door: dit kind is bedreigend als je zelf de baas wilt blijven. Weet u, dat ís zo! Als kerstfeest is dat God bij ons is gekomen, dan legt dat een claim op uw en jouw en mijn leven! Dan betekent dat, dat je naar Jezus’ woorden héél goed moet luisteren. Zijn onderwijs, zoals dat in de Bijbel staat. Dan kun je niet zomaar meer alles doen wat je wilt. Jezus zegt: heb je vijanden lief. Wees de minste. Leef niet voor rijkdom. Leer bidden, leer vertrouwen. Doe jij, doet u dat allemaal? Als kerstfeest is dat God bij ons is gekomen, dan betekent dat nog meer. Dan verdient Jezus ook jouw en mijn eer. Dat je zijn gezag erkent, als koning over je leven. Alleen… wil je dat ? Herodes blijft liever zélf de baas. En zo kan het ook nu zijn. Kerstfeest is mooi, geloven in God ook OK, maar nu echt een vólgeling van Jezus worden? Nee, bedankt! Dan word je misschien wel vijandig, als ik te hard blijf aandringen! Hoe kijk jij naar het kind?

[de nederige koning in een stal]
Nu moet ik wel even een misverstand wegnemen. Als ik zo spreek over luisteren, gehoorzamen, Jezus als koning erkennen, klinkt dat misschien streng. Geloof als onderwerping. Als in ‘islam’ – wat letterlijk onderwerping betekent, onderwerping aan Allah. En ja, dat aspect zit in geloof in God. Echter, is dat hét kenmerkende voor kerst? Jezus als hooghartige heerser? Welnee. Kijk dan toch vanavond. Jezus is… een kindje in een stal. De hoge God werd mens, werd een kleine, kwetsbare baby zelfs. Zó is onze God! Hij komt niet om gehoorzaamheid te eisen, al verdient Hij die. Hij komt naar ons toe, in de duisternis die wij ervan maken. Hij wil mét ons zijn, ook met jou of u. Hij komt zelf zijn licht en liefde schijnen. Hij komt niet eisen, Hij komt geven! Genade, liefde, ja zichzelf! Dat is Kerst. Deze koning erkennen maakt je geen slaaf, Hem erkennen maakt je pas echt vrij! De weg die Jezus wijst is de weg van leven, van liefde, van uit je egoïsme getild worden. Kom, erken Hem toch! Jezus volgen kost je jezelf, en tegelijk geeft het je alles!

[Wijzen: willen Hem ontmoeten en eren]
Dat zien we tenslotte zo mooi bij die wijze mannen uit het Oosten. Zij horen het bericht van Jezus’ geboorte, en hoe reageren zij? Ze willen er méér van weten. Al hebben ze ongetwijfeld nog allerlei vragen, ze gaan op zoek. Ze volgen de ster die is opgegaan. Ze willen deze nieuwe koning leren kennen, ontmoeten! Kijk, en zó hoop ik ook dat u of jij zult doen deze Kerst. Jezus is niet iemand van lang geleden uit een verhaal, hij leeft! Je kunt op zoek gaan, je kunt hem vinden. Een goed idee dan trouwens om net als die wetsleraars de heilige boeken open te slaan, de Bijbel. Daar staat nog véél meer over Hem dan ik nu kan vertellen!
De wijze mannen gaan op zoek. En als ze, dankzij de heilige boeken, Jezus gevonden hebben, knielen ze voor hem. Ze geven Jezus de eer, ze erkennen Hem als hogere. Dát is de passende houding, voor Hem die zelf de kleinste werd.
De wijze mannen doen meer. Ze geven geschenken: goud, wierook en mirre. Ze geven hun schatten. Dat kan zomaar gebeuren als je Jezus ontmoet. Dan wil je alles wel geven aan Hem, aan Hem die zichzelf gaf voor jou. Je tijd, je geld, je leven: voor Hem wordt het! Daar word je niet arm van, maar rijk. Ik denk dat die wijze mannen zich niet arm voelden toe ze teruggingen, maar juist verheugd en verrijkt! Ik verzeker u: zo is het nog, als je knielt voor Jezus en Hem alles geeft!

[slot: hoe kijk JIJ naar het kind?]
Hoe kijk je naar het kind? Dat is de vraag voor ons allemaal! Als je hoort dat God gekomen is in Jezus, hoe reageer je? Doe je niets, zoals de wetsleraars? Wijs je Hem af, als Herodes? Of ga je op zoek tot je Hem gevonden heb, als de wijzen? Hoe kijk jíj naar het kind?

Amen