Tags

, , ,

Uit de Bijbel is gelezen: Genesis 22:15-19 en Hebreeën 6:11-20. In deze dienst zijn de overledeen van het afgelopen kerkelijk jaar herdacht.

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
hoop doet leven, zo luidt een gezegde. Als je iets hebt om naar uit te zien, geeft dat je kracht om door te gaan. Hoop doet leven! Dan moet ik denken aan een zeemansvrouw in de negentiende eeuw waarvan de man al jaren geleden vertrokken was op de grote vaart. Nooit meer was hij teruggekomen. Wel kwam er na lange tijd een bericht: zijn schip is vermist, ergens in de buurt van Hawaï is het voor het laatst gezien… Wat een vreselijke boodschap! Grote kans dat zijn schip vergaan is, en dat ze haar man voorgoed verloren is. Grote kans – ja, maar zeker weten deed ze het niet. Deze zeemansvrouw bleef toch hopen. Er was immers geen wrak gevonden, nooit iets van zijn schip aangespoeld? Misschien was het wel in een storm beschadigd en naar een onbewoond eiland gedreven. Dan kon haar man daar nog leven. Of misschien was het schip wel vergaan, maar waren er een paar mensen met de roeiboot ontkomen, Misschien was haar man nu wel bezig met de lange terugtocht, de halve wereld rond. Misschien kwam er morgen wel een brief van hem! Of wellicht was er aan boord muiterij uitgebroken, zoals eens op de ‘Bounty’, en hielden de muiters het schip nu schuil. Haar man hóefde niet dood te zijn… Hoop doet leven! Elke dag liep ze naar het havenhoofd om peinzend over de zee uit te kijken. Wie weet…
Hoop doet leven. Maar u voelt wel, dat het een wankel houvast is bij deze vrouw. Een strohalm die ze vastgrijpt. Hoop – daar gaat het vanmorgen over in de verkondiging. De Bijbel reikt ons ook een zeemansbeeld aan: de hoop als anker. Geen strohalm, maar een anker. Geen klein ‘misschientje’, maar een vaste zekerheid. Een stevig houvast, zelfs in de zwaarste levensstormen. De hoop als anker, daar gaat het vandaag over. Als thema, juist op deze zondag dat we de overledenen herdenken, heb ik gekozen: ‘houd vast aan de hoop!’

[het belang van hoop voor je geloof]
Hoe komt de schrijver van de Hebreeënbrief aan dit beeld? Wel, in een eerder hoofdstuk heeft hij het al gehad over het gevaar ‘af te drijven’ van het geloof. Het beeld van een schip dat door de stroom wordt meegenomen en naar ik-weet-niet-waar afdrijft. Afdrijven, dat gebeurt ook vandaag, denk ik! Zo terechtkomen in de rietkraag van de twijfel of op de zandbank van het ongeloof. Soms haast ongemerkt. Nu houdt de schrijver het beeld vast, en geeft hij aan wat je er tegen kunt doen. Hoe voorkom je dat een schip afdrijft? Je gooit een anker uit! Hoe voorkom je dat je geestelijk afdrijft, weg van God en geloof? Door het anker van de hoop uit te gooien, horen we.
Hebt u hoop, of jij? Het is heel belangrijk om dat te hebben. Hoop op wat God heeft beloofd. Een doel om voor te leven, en iets om naar uit te zien, aan vast te houden als het moeilijk is. Heb je dat? Anders ben je als een schip dat rondvaart zonder anker aan boord. Dat kan lang goed gaan, maar uiteindelijk geeft het je ellende. Als er een storm komt, kun je niet ankeren – als het leven moeilijk wordt heb je geen houvast aan wat je hoopt. En zelfs als het water glad is, als je leven rimpelloos verloopt, drijf je zonder dit anker ongemerkt af.
Het is trouwens met het anker van de hoop anders dan met een gewoon anker. Een anker gooi je gewoonlijk uit aan de achterkant van je boot, heb ik me laten vertellen. Het moet zich vasttrekken in de bodem. Maar het anker van het geloof gooi je uit naar voren. De hoop van een christen is gericht op de toekomst, gebaseerd op wat God belooft dat komen gaat. Daar mag je houvast vinden, houvast naar voren!

[wat deze hoop inhoudt]
Een mooi beeld, van dat anker. Maar laten we niet alleen in beelden spreken. Wat houdt dat anker, wat houdt dit hoop nu precies in? Waarom geeft dat je houvast? Wat is de hoop die een christen heeft? Dat kan ik kort samenvatten. Een christen mag hopen op eeuwig leven met God. Een leven met Hem dat nu al begint, waar Hij zegt: Ik ben bij je en ik zal je zegenen. Een leven ook dat nooit meer ophoudt, sterker nog, dat nog veel mooier zal worden. Dat de Heer niet alleen nú bij je is, maar dat je eens bij de Heer mag komen na dit leven. Dat eenmaal zelfs alles vernieuwd zal worden, als Jezus terugkomt. Dát is de hoop van een christen: God die zijn zegen belooft voor nu en straks. De Hebreeënbrief spreekt er met veel verschillende beelden over: hij spreekt over ‘de komende wereld’, maar ook over ‘een hemelse stad’ of een ‘sabbatsrust’. Dit is onze hoop: God zal alles góed maken!
Het is één van de basisdingen van het geloof, dit te weten. Het is een rode draad door heel de Bijbel heen zelfs. Aan Abraham beloofde God al zijn zegen, we hoorden het. En, zo zei God erbij, door jouw nageslacht zal heel de aarde gezegend worden. Dan denken wij als christenen meteen aan Jezus, Abrahams nakomeling. Door hém is er hoop voor nu en straks voor iedereen die maar in Hem gelooft, zelfs voor heel de schepping.
Vandaag gaat het dan vooral om persoonlijke hoop – voor jezelf, en voor allen die in geloof ontslapen zijn. Dat wie sterft in geloof mag rusten bij God. Dat de Heer u zal zegenen, nu en straks, dat je dan voor altijd bij de Heer mag komen. Dat dan het grote feest begint – ook al ben je dood.
Een christen is iemand die leeft met hoop – voor jezelf en voor ieder die bij Jezus hoort. Deze hoop is het anker dat houvast geeft in het leven!

[waarom deze hoop vast is]
Maar nu kan iemand denken: ja, dat klinkt mooi, maar ís het zo? Is dit een stevige bodem waar ik mijn anker in kan uitgooien, waar ik mijn levensschip aan kan laten hangen? Het is voor een visser, en voor elke zeeman natuurlijk, van groot belang dat je anker stevig vastzit. Zeker als het gaat waaien en de golven hoog zijn. Je moet stevig geankerd zijn. Daar hangt je veiligheid, zelfs je leven soms van af!
Zo is het ook met het anker van de hoop. Kun je er echt van op aan, van wat God belooft? Als dit anker losschiet, drijf je weer doelloos rond of loop je vast.
De schrijver van ons Bijbelstukje voelt deze vraag wel aan. Daarom wijst hij erop hoe vast we ervan op aan kunt wat God belooft. Als eerste: Gód zegt het, die de betrouwbaarheid zelf is. Dat zou al genoeg moeten zijn. Maar omdat wij twijfelende mensen zijn, zwéért God het zelfs: ik zal zegenen, ik zal mijn belofte waarmaken. Als een mens iets zweert, dan staat het vast – hoeveel te meer als God Zelf iets zweert!
Maar dat niet alleen, in Jezus Christus worden Gods grote beloften op bijzondere wijze bevestigd. Hij is de nakomeling van Abraham door wie alle volken gezegend worden. Hij gaf zijn leven om al onze zonden en misstappen te vergeven, zodat wij kunnen delen in Gods zegen, in zijn belofte. Zó ver gaat Hij om ons eeuwig leven te kunnen geven. En dat niet alleen, Hij stond op uit de dood. Zo werd wel heel duidelijk dat de dood niet het einde is. Eeuwig leven heeft Hij, en eeuwig leven geeft Hij door, aan ieder die bij Hem wil horen! Door Hem verspreidt de zegen die aan Abraham werd beloofd zich wereldwijd.
Ja, het staat vást! Natuurlijk, het blijft geloof, ik kan u niet wiskundig bewijzen dat God woord waar is. Maar het is als bij een anker: pas als je het uitgooit, merk je of er stevige ankergrond is. Reeds duizenden hebben het gedaan en hun houvast gevonden!

[de gevolgen van het vasthouden aan deze hoop]
Wat trouwens ook zo wonderlijk is bij het anker van het geloof: je moet het uitgooien naar boven. Normaal gooi je een anker omlaag, het water in. Maar het anker van de hoop werp je omhoog, de hemel in. Daar is Jezus, daar is de zekerheid bij God! Hebt u dáár al houvast?

In dat beeld van het anker zit heel veel. Ik zei al, een anker zorgt dat je niet afdrijft. Net zo: als je helder voor ogen hebt wat de Heer belooft en hoe zeker dat is, en dat het ook voor jóu is, dan zul je niet snel afdrijven in het geloof. Hoe vaak denkt u of denk jij daar eigenlijk aan, aan het eeuwige leven, aan Gods grote toekomst? Ik denk voor mezelf: veel te weinig! Terwijl het juist een geweldig middel is om niet mee te gaan in de waan van de dag, in de drukte van het werk! Bewust leven bij wat God beloofd heeft is een geweldige motivatie om op de weg van Jezus te blijven gaan, elke dag weer. Hoe makkelijk verslap je niet, taant je toewijding. Maar ons Bijbelgedeelte zegt: “blijf tot het einde toe dezelfde ijver aan de dag leggen, totdat alles waarop wij hopen verwezenlijkt zal zijn”. Juist als je helder hebt waar je op hoopt, wat we verwachten, als je hart daarnaar uitgaat, dán zul je er helemaal voor gaan om te leven voor de Heer. Daarom: houd de hoop vast!

Een andere functie van een anker is dat je vast kunt liggen in stormen. Je gooit het uit, en dan wordt je niet meegesleurd door de storm, geen speelbal van de golven. En zo is het in het geloof ook. Er kunnen stormen komen in je leven, dingen die heel moeilijk zijn. Als het u of jou betreft, weet je zelf wel waar het om gaat. Vandaag denk ik dan in het bijzonder aan wanneer een geliefd iemand overlijdt. Je man, je moeder, of wie dan ook. Wat kan dat een golven geven waar je bijna in ondergaat! Maar wat is het dan een zegen als je de hoop als anker hebt. Allereerst voor degene die je ontviel: dat hij of zij, in geloof heengegaan, nu bij de Heer is. Maar ook voor jezelf: dat je zeggen mag ‘en toch is het niet allemaal zwart. De Heer is bij mij. Niet de dood is de sterkte, maar zijn leven!’

En natuurlijk, als je met een schip voor anker ligt in een storm, dan schommelt het schip nog weg. Het kan zelfs heftig heen en weer geslingerd worden. Maar toch: aan het anker ligt het vast, en is het veilig. Zo is het ook als je het anker van de hoop uitgooit, als je vasthoudt aan God en zijn beloften. Dan kan het nog steeds slingeren en heel onrustig zijn. Maar toch: wie het anker uitgooit in de ankergrond van Gods beloften, die kan wel slingeren maar wordt niet weggeslingerd door het stormgeweld! En daarom: houd de hoop vast – juist als het moeilijk is!

[moeilijkheden bij het vasthouden aan deze hoop]
Houd de hoop vast – vertrouw op Gods trouw. En tegelijk besef ik: dat is niet altijd eenvoudig. Iemand zegt: soms dan geloof ik er allemaal haast niets meer van. Is God er wel? Is dood niet gewoon dood? Zal alles ooit echt anders worden? Wat kun je je dan leeg en zinloos voelen. Niet dat je niet wílt geloven, maar het is zo moeilijk, zo ongrijpbaar. Soms lijkt de Heer dichtbij, soms geheel afwezig.
Laat me u dan nog een les van het anker geven. Je vertrouwt op iets wat je niet ziet. Je gooit het ding overboord van je boot, en dan is het verder onzichtbaar. Als het goed is komt het vast te zitten in vaste grond en geeft het zo houvast. Maar dat kun je alleen voelen, niet zien. En dan staat de ankerlijn ook niet altijd even strak.
Met het anker van de hoop is het niet anders. Je vertrouwt op iets dat je níet ziet. God, zijn beloften. Je anker zit vast ergens waar je het niet ziet. Dan komt het aan op vertrouwen! En soms, dan voel je er iets van. Maar soms ook niet. En toch… de ankergrond is stevig. Het anker van de hoop heeft stevig houvast. Weet u wat je vooral niet moet doen? Het anker ophalen om te kijken of het er nog is… Nee, laat het zakken in het onzichtbare, stel ál je vertrouwen op de Heer, trek zodat het anker steviger en steviger komt vast te zitten. Bid, klaag en dank- het mag allemaal. Maar houd vast aan de hoop! Hijzelf belooft het, zweert het zelfs: het komt goed. Sterker houvast is er niet!

[slotoproep]
En daarom nog één keer: houd vast aan de hoop! Gods beloftes zijn stevige ankergrond, en op wat Hij zegt mogen we hopen. Hopen, niet van ‘nou, misschien is het zo’, maar van ‘zó is het, en eens zal ik het zien!’ Gooi dan het anker uit. Want al heb je een sterk anker, en lig je boven een goede ankerplaats, als je het anker niet uitgooit helpt het niets. Geef je in geloof over aan God. Vertrouw op Hem met heel je hart. Stormt het, houd dan des te meer vast aan het anker. En is het rustig: ook dan – wees vast verankerd, dat je niet ongemerkt afdrijft!
Gooi het anker uit. Houd vast aan de hoop. De Heer zelf zegt het: ik maak het goed! Voor jou, voor wie ons in geloof ontvielen, ja zelfs voor heel de wereld. Laten we ons in die belofte verankeren!

Amen