Tags
Gemeente van Jezus Christus, hier en thuis,
[intro: uiterlijk bedriegt]
een paar jaar geleden overleed de Engelse wetenschapper Stephen Hawking. Hawking zat in een rolstoel, kon zich vrijwel niet bewegen, zijn kleren zaten zakkerig om hem heen. Hij kon zelfs niet praten, maar maakte zich verstaanbaar door middel van een spraakcomputer met een blikkerige stem. Als je hem ergens was tegen gekomen, zou je hem misschien zielig hebben gevonden. Je zou vast hebben gedacht dat hij niets kon. Misschien zou je wel hebben aangenomen dat hij verstandelijk beperkt was… Echter, Stephen Hawking was één van de briljantste natuurkundigen van zijn generatie! Hij stelde complexe theorieën op over zwarte gaten, hij schreef boeken en artikelen… hij was werkelijk briljant, een beroemdheid.
Een ander voorbeeld: in een zendingsziekenhuis in Nepal strompelde een oud vrouwtje rond. Ze was zwaar aangetast door lepra. Niet alleen was van haar meeste vingers nog maar een klein stukje over, maar ook haar heus was akelig aangetast. Bovendien was ze bijna blind en deels verlamd door de lepra. Een bezoeker zag haar, en schrok van haar. Was dat een mens? Een mengeling van walging en medelijden vervulde hem. Maar de zendingsarts, die zijn reactie zag, vertelde iets heel anders. Hij zei: “deze vrouw is een zegen voor ons ziekenhuis. Ze heeft het grootste geloof van ons allemaal en ze bidt het meeste. Wij leren van haar om alles aan de Heer voor te leggen, en haar gebeden worden bijzonder vaak verhoord!” Uiterlijk zegt niet alles!
[de geschiedenis]
We staan vandaag stil bij de geschiedenis van David die wordt gezalfd tot koning. Ook daarin gaat het over buitenkant en binnenkant. He gaat over onze ogen en de Heer die naar het hart kijkt.
In het voorafgaande was Saul, de zoon van Kis, tot koning gezalfd over Israël door de profeet Samuël. Echter, Saul had de gunst van de HEER verspeeld door ongehoorzaamheid. Samuël had moeten aankondigen dat Saul geen koning kon blijven. God zou een ander die eer geven, iemand die wel op de goede weg zou gaan.
Nu moet Samuel naar Bethlehem gaan, officieel voor een offermaaltijd. Maar feitelijk om de zonen van Isaï te ontmoeten, want onder hen zal de nieuwe koning te vinden zijn! Eén voor één worden ze aan Samuël voorgesteld. De oudste, Eliab, valt Samuel meteen op. Een lange man, sterk, met uitstraling… Die moet het zeker zijn! Maar nee, zegt de Heer. ‘Ga niet af op zijn voorkomen en zijn rijzige gestalte’. Saul, de verworpen koning, was ook opvallend lang, zo is in het voorafgaande te lezen. Maar er is nu juist géén nieuwe Saul nodig! Dan klinken die kernwoorden: “het gaat niet om wat de mens ziet. De mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart”. Er is iemand nodig met het juiste innerlijk, met een hart voor de Heer; anders gaat het straks weer zoals bij Saul!
Ook de andere zonen van Isaï zijn het niet, geen van de zeven. Verbaasd vraagt Samuël: “zijn dit al uw zonen?” En dan blijkt er nog eentje te zijn, een tiener die de schapen hoedt. Hij was niet eens geroepen voor de offermaaltijd, hij telde duidelijk niet mee. Maar díe, díe moet het dan wel zijn. Hij wordt gehaald, al de aanwezigen moeten wachten. Het eten dreigt al koud te worden. Daar komt hij – alle aandacht valt ineens op hem. David, zo wordt hij voorgesteld, en terwijl iedereen kijkt zalft Samuël zalft hém tot koning, in opdracht van de HEER. Wie had dat gedacht? Anderen zagen hem niet eens staan, of hadden hem onbewust afgeschreven. Maar God kent Davids hart en kiest de kleinste!
[waarschuwing tegen anderen afschrijven en op uiterlijk afgaan]
Wat is deze geschiedenis een waarschuwing voor ons, om niet op het uiterlijk te oordelen! Hoe vaak doen we dat niet. Het schijnt dat je bij een ontmoeting binnen een tel een onbewust beeld van de ander hebt gevormd. Dat is dan natuurlijk vooral gebaseerd op de buitenkant. Kleding, houding, verzorging… Onvermijdelijk, denk ik, dat je je een onbewust beeld vormt. Maar laten we ons altijd bewust zijn hoe bedrieglijk dat kan zijn. Iemand in je klas die eruit ziet als een grijze muis: misschien is er weinig geld thuis. Misschien is hij of zij gewoon erg onzeker. Maar dat maakt die ander nog niet mínder! Want al te vaak schrijven we iemand meteen af op grond van wat we zien. Iemand met een bepaalde kledingstijl deel je bijvoorbeeld in als asociaal, of als arrogant. En achter elk vooroordeel zit een waarheid, daarom zijn ze zo hardnekkig… Maar toch moet een christen proberen niet zo te kijken. Wat zit er áchter het uiterlijk, achter de make-up of de stoere houding? Een mens net als jij en ik! Het gaat om het hart en dat zie je niet zomaar.
Het gaat in ons oordeel trouwens niet alleen om uiterlijk, ook om andere dingen. Die is slim, die is sterk, die heeft de juiste talenten. Ook daarop beoordelen we mensen, en schrijven we ze helaas ook af. Maar hoe kan ook dit soort uiterlijkheden bedriegen! Iemand die de juiste diploma’s heeft en een vlotte babbel, maar die compleet ongeschikt blijkt voor de functie waarop hij is aangenomen. Nee, dan liever iemand zonder diploma maar met het hart op de juiste plaats.
‘De mens kijkt naar het uiterlijk, de HEER kijkt naar het hart’. Wij kunnen dat niet. Daarom kunnen we het beter bij de woorden van Jezus houden: oordeel niet, opdat je niet geoordeeld wordt! Schrijf niemand af op de buitenkant, en óók niet op wat je gokt dan er van binnen zit. Soms bedriegt het uiterlijk erg! God vraagt van ons geen alwetendheid, maar wel openheid.
[onderzoek je eigen hart]
De HEER kijkt naar het hart. Wij kunnen dat niet. Of toch wel…? Ja, er is één iemand van wie je wel iets van de binnenkant kent. Dat ben je zelf! Daarom maakt het veel verschil of je jezelf beoordeelt of een ander. Bij een ander weet je niet wat vanbinnen zit. Misschien zit achter de brutaliteit wel onzekerheid, misschien is iemand kortaf omdat hij of zij heel moe is. Je wéét het niet, en daarom moet je niet oordelen. Probeer liever eens een excuus te verzinnen, iets dat veroorzaakt dat die ander zo doet. Dat is een goede oefening in inleven. Je wéét het niet, misschien klopt het wel wat je bedacht! Wees daarom niet hard voor een ander, een collega of klasgenoot of wie dan ook.
Echter, zoals ik al zei, bij jezelf kun je wel de binnenkant bekijken. En daarom moet je voor jezelf strenger zijn in het oordelen. Je weet best dat er soms géén excuus is voor hoe je deed. Dat je niet zo goed bent als je je aan de buitenkant voordoet. Je weet wel wat je verbergt achter je glimlach of je kleding of je houding… En als je het niet weet, dan wordt het tijd om jezelf te onderzoeken erop!
Maar, denkt iemand, waarom zou ik mezelf onderzoeken? Streng zijn voor mezelf? Wel, dat zegt onze tekst ook: de HEER ziet het hart aan! Hij weet nog beter dan jezelf wat daar leeft. Daarom is het goed, is het nodig om jezelf af en toe met Zijn ogen te bekijken. Zeker nu we komende zondag het Heilig Avondmaal mogen vieren, is het daar een goed moment voor. Niet voor niets lazen we een formulier ter voorbereiding. Wat leeft er in je? Onderzoek jezelf eens! Als de HEER het hart ziet – en dat doet Hij! – wat ziet Hij dan? Jezelf in het hart kijken maakt nederig over jezelf, en minder streng over anderen. En vooral, als het goed is: het laat je beseffen dat je moet leven van Gods genade!
[Jezus als meerdere David]
En dat brengt me bij de tweede helft van deze preek. Dit is geen Bijbelstukje over dat schijn bedriegt, nee, het gaat om iets heel anders. Dat David koning wordt, dat is de hoofdzaak. En als het over David gaat, dan mogen we altijd meteen ook denken aan Jezus, de grote Zoon van David. Juist in wat er hier gebeurt zie je heel duidelijk de parallellen tussen David en Hem.
Om te beginnen komen ze beiden uit Bethlehem. David is daar geboren, maar Jezus ook! En net als bij David, leek het bij Jezus wel heel onwaarschijnlijk dat Hij de uitverkorene zou zijn, de beloofde koning. Wie zoekt er een koning in een voerbak bij de schapen? De profeet Jesaja had het al voorzegd: “er was geen gedaante noch heerlijkheid, dat wij heb zouden hebben begeerd”. Maar toch is Jezus de uitverkorene!
Nog zoiets opvallends. Als Samuël Isaïs zonen nodigt voor de offermaaltijd, wordt aan hen allen de reiniging voltrokken, zo lezen we. Ze ondergaan een rituele wassing om te zorgen dat ze deel kunnen nemen aan de heilige maaltijd. Echter, als David komt, lezen we níet dat hij zo’n reiniging ondergaat. Het lijkt wel of hij dat niet nodig heeft, of hij geen zonde of zwartheid heeft! Dit wijst duidelijk naar Jezus. Als hij tussen zijn broeders staat, tussen de mensen, is Hij de enige die geen reiniging nodig heeft van de zonde. Sterker nog, hij zal ánderen reinigen!
We lezen ook dat David vol raakt van de Geest van de Heer, als hij gezalfd is. Is dat niet precies wat er met Jezus gebeurde toen hij zijn taak begon, bij de doop in de Jordaan.
Ja, David is hier een beeld van Jezus. Allebei herders en leiders met hart voor hun schapen, hun volk. Allebei gezalfden die redding brengen. David verslaat de reus Goliath, lezen we in het volgende hoofdstuk. Jezus verslaat de vijanden die ons bedreigen: zonde, duivel en dood. Hij is de grote gezalfde, in het Hebreeuws is dat: Messias. David die gezalfd wordt wijst al heen naar Hem!
[Jezus en zijn redding doorkruisen ons afgaan op uiterlijk en kwalificaties]
Ja, Jezus is de gezalfde, de Messias. Maar ook bij Hem blijft het waar wat we al hoorden: het gaat niet om de buitenkant. Want net zo min als David degene was die wij zouden uitkiezen om Israël te bevrijden, net is min is Jezus de held naar onze eigen keuze. Hij was niet de grote man die wij zouden uitkiezen. Hij is de redder, maar wel op zijn heel eigen wijze. Wij zouden, tenminste ik zou, iemand verwachten die met grote gebaren zou ingrijpen. Iemand die het kwaad zou uitroeien met kracht. Iemand die alles op aarde zou rechtzetten en de touwtjes stevig in handen zou houden. Dát! Een soort Saul, of een soort Eliab: groot en krachtig en met een sterke uitstraling.
Maar hoe was het in werkelijkheid? Jezus was zachtmoedig en nederig van hart. En dat niet alleen. Hij ging onder, hij werd gevangen, gedood zelfs. Zijn weg was van een onaanzienlijke stal naar een onwaardige slavendood. Nee, de mens die naar de buitenkant kijkt, kan daar weinig in vinden. Weinig koninklijks en reddends in elk geval. Nog minder dan in David, die tiener.
Nee, Gods plan is zelden naar onze keus en smaak. Weet u, de naam ‘Saul’ betekent ‘gevraagde’. Waarschijnlijk had zijn moeder om een kind gebeden, vandaar. Maar het tekent meteen wie hij is: iemand waar de mensen naar vragen. Een sterke man. Zo iemand kan wel winnen, maar geen ware vrede brengen. En weet u wat de naam ‘David’ betekent? ‘Geliefde’. En dit is een diepe waarheid: we moeten niet een gevraagde hebben, een held naar ons model. We moeten de Geliefde hebben. Jezus! Hij van wie God zei ‘Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!’ Hij alleen kan de ware herder zijn, Hij alleen kan echt vrede en verandering brengen.
[Jezus onze hoop]
Jezus, Hij is onze Heer! Juist omdat Hij niet is wat mensen verwachten. Juist omdat Hij onaanzienlijk was, maar een zuiver hart had. Dát is de kern van het Evangelie: Jezus! Hij is onze hoop. En juist als je in je eigen hart kijkt, juist als we weet wat er achter het uiterlijk bij je schuilgaat, dan heb je Hem nodig!
Als je merkt: mijn hart is zo goed niet. Als je bedenkt hoe de HEER het helemaal ziet, ook de donkere plekken. Als je merkt hoe je anderen zomaar afschrijft op hun buitenkant… Als je tot je schrik opvalt hoe je over anderen hard oordeelt, maar over jezelf zacht. Hoe je maskers draagt en jezelf mooier voordoet. Als je moet toegeven: ik ben het niet, in Gods ogen… Dan mag ik u en jou vanmorgen vertellen: Jezus is er, de grote Zoon van David! En Hij is het wél. Hij is – net als David ergens genoemd wordt – de man naar Gods hart. En Hij maakt alles anders. Hij brengt een nieuw begin voor het hele volk, voor ieder over wie Hij koning is.
Want dat is Gods goedheid. Nee, ik ben niet zo mooi. Ik ben niet zo sterk in de dingen waar het op aankomt voor God. Misschien wel in andere dingen, maar dat valt weg. Ik heb reiniging nodig, om aan te zitten aan de offermaaltijd – zeg maar aan het Heilig Avondmaal komende zondag. Maar kijk dan naar Jezus. Hij is het! Er is hoop in Hem. Dankzij David is er een offermaaltijd voor de hele familie. Dankzij Jezus mogen mensen, u en ik, van wie de HEER het hart ziet mét alle fouten, toch zitten aan Gods tafel. Omdat God Hem als gezalfde geeft. Als degene die de zonden droeg, als degene die de vijand verslaat. Als degene die zelfs maakt dat mensen een níeuw hart krijgen.
[slot]
Jezus, de gezalfde, Hij moet centraal staan. Niet wij, met ons afgaan op het uiterlijk, met ons afschrijven, met ons hart met zoveel zwart. Jezus! Hij is het die centraal is als wij Zijn offermaaltijd vieren aanstaande zondag. Want daar krijgen we het alles aangewezen en uitgereikt in brood en wijn. Dat God in Hem mensen uitkiest die níet zo mooi zijn en niet zo gekwalificeerd. Dat genade de basis is, niet wat je zelf denkt te zijn en te kunnen. Dat Hij harten vernieuwt, dat Hij zalft met zijn Geest.
Laten we dan deze week onszelf in het hart kijken, ons onderzoeken. Laten we ook rechtzetten wat er recht te zetten is! Maar laten we bovenal kijken naar Jezus, de gezalfde. Laten we Hem liefhebben, en uitzien naar de ontmoeting met Hem. Daar waar uiterlijk niet telt, maar alleen een hart dat houdt van Hem!
Hem zij de lof in eeuwigheid, amen!