Tags

, , ,

Lieve mensen, waar u ook meekijkt, wie je ook bent,

[intro]
vorige week liep ik te denken toen ik deze dienst aan het voorbereiden was. Ineens zag ik een beeld voor me, een beeld wat, zoals wel vaker, meer zegt dan duizend woorden. In gedachten zag ik een babykamer, waar een klein kindje in zijn wieg lag. Het was een zonnige dag, dus de gordijnen waren dicht. Maar ze waren niet helemaal gesloten; tussen de gordijnen was een spleet waar een straal zonlicht naar binnen viel. Juist In het wiegje viel die lichtstraal, en het kindje zag dat natuurlijk. Vol verbazing greep het ernaar met zijn handjes. het probeerde het licht vast te pakken. Dat lukte natuurlijk niet, maar telkens weer stak het zijn handjes uit en keek ernaar. Het kindje kon het niet vatten, het licht; letterlijk niet, maar ook figuurlijk niet. Wat wat dat? Hier was iets moois, iets stralends, wat het niet kon begrijpen, en niet kon grijpen.
Als kerntekst voor vanavond heb ik gekozen Johannes 1:5. “Het licht schijnt in de duisternis”, staat daar, ” en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen”. Dat laatste, laat ik dat meteen zeggen, is echter ook anders te vertalen. In het Grieks, de taal waarin het Nieuwe Testament is geschreven, staat een woord met dubbele betekenis. het kan zowel ‘grijpen’ als ‘begrijpen’ betekenen. Dus “Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet gegrepen” – of “niet begrepen”. Of misschien wel allebei niet.

[duisternis]
Het licht doelt op Jezus bedoeld die geboren is. Maar hoe zit het met de duisternis? Ik denk dat we ons daar allemaal wel iets bij kunnen voorstellen. Dat was er al in de tijd van de profeet Jesaja. We hoorden zijn woorden “Het volk dat in duisternis ronddoolt, ziet een schitterend licht”. Ook daar dat paar: duisternis en licht. Destijds was de duisternis dreiging van oorlog. In onze tijd is het misschien de dreiging van een ongrijpbaar virus. En ach, er is toch duisternis genoeg, dichtbij en ver weg? Ver weg honger en oorlog en onrecht, maar ook dichtbij, hier bij ons, kan er armoede en onzekerheid zijn. Het kan slecht gaan met je relatie, of misschien is die kapotgeknapt. Een ander is ziek, of iemand is ziek van wie je houdt. Duisternis genoeg! In ruzies, in mislukkingen, en ga zo maar door.
Ach, en laten we eerlijk zijn, duisternis is er ook in onszelf. De evangelist Johannes gaat zelfs zo ver dat hij heel onze mensenwereld aanduidt als duisternis. Wij zijn niet altijd een stralend licht voor anderen, zelfs niet eens voor onszelf. Zoveel duisternis komt door mensen, en mensen, dat zijn we allemaal.
Maar laat ik ophouden over het donker. Veel belangrijker is de vraag: Waar is licht te vinden? Licht in deze donkere dagen, licht voor mijn beschaduwde bestaan?

[Jezus’ geboorte brengt licht!]250
Dan is dit vanavond de boodschap van Kerst: er is licht, en Jezus is dat licht. Hij kan duisternis verdrijven en alles anders maken. Jesaja, de oude Profeet, zei het al: “Het volk dat in duisternis ronddoolt, ziet een schitterend licht. Zij die In het donker wonen worden door een helder licht beschenen”. Hoe dan? Dat zegt hij ook: ” Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven”. Jezus, het kind dat met Kerst is geboren. Johannes spreekt ervan, in het vervolg van onze tekst, als hij schrijft: “Het woord (dat wil zeggen God Zelf) is mens geworden en heeft bij ons gewoond”. Mens geworden – Jezus is gekomen, het Kind met een hoofdletter dat zoveel meer is dan gewoon een kind. Hij is God bij ons, het nieuwe begin! Hij is het licht, Hij is het leven. Zijn komst maakt alles anders. Hij geeft uitzicht, Hij opent de toekomst. Het licht schijnt in de duisternis! Dat is Kerst – daarom branden er ook altijd zoveel lichtjes denk ik. De oude kerk heeft dit feest niet voor niets in de donkerste tijd van het jaar geplaatst. Jezus is het licht voor ons en iedereen!
Maar nu kan ik me voorstellen dat iemand een tegenwerping maakt. Mooie woorden, maar wat zie je ervan? Is de wereld echt zoveel lichter geworden sinds Jezus’ geboorte? Wat heeft God nou helemaal gedáán aan al die duisternis? Donker en dood gaan toch gewoon dóór als altijd?

[on-vat-baar]
Kijk, en dan kom ik terug bij dat beeld waar ik mee begon. Wij kunnen Gods licht, dat met Kerst is gekomen, al net zo weinig grijpen of begrijpen als het kindje dat kon met die lichtstraal.
We proberen het wel. Het te vatten, te grijpen. Kerst is toch dat God het lícht laat worden, zei u? Dat de duisternis moet wijken? Nou, dan weet ik wel een paar dingen die Jezus zou moeten doen. Mij gezond maken, en alle oorlogen laten stoppen, en ga zo maar door… Maar wat doen we dan? We proberen Hem vast te pakken, als een stuk gereedschap. God te grijpen. Maar het lukt niet! Want wie zijn wij? Hij moet het goéd maken, vinden we. Maar wat is goed eigenlijk? We weten wel wat we niet willen, wat zeker niet goed is. Maar wil je de wereld die de Heer komt brengen? Durf je je te laten grijpen door Hem? Meestal grijpen we liever zelf. Maar Johannes zegt ‘De duisternis heeft het niet gegrepen, niet in haar macht gekregen’
Kerst is niet te vatten. Ook niet figuurlijk, ook niet te be-grijpen door ons verstand. Ik bedoel, het is toch niet logisch: als God in de wereld iets wil gaan veranderen, waarom stuurt Hij dan een baby? Heeft dat veel zin? En het is nog sterker: God ís zelf dat baby’tje! Hij is helemaal één van ons geworden? Vat jij het? En hoe kan dit kind het licht voor de wereld zijn? Voel je hoe ongrijpbaar dit allemaal is? Het is alsof je een lichtstraal probeert te pakken. Jezus! Kerst is niet alleen een feest van gezelligheid en kaarsjes, maar ook van stomme verbazing. “De duisternis heeft het niet begrepen” – niet gesnapt!

[Jezus het kindje dat licht is]
En toch, juist zó is het Christusfeest. Dat de Heer zelf een baby werd in een kribbe, die misschien wel verbaasd naar een lichtstraal pakte. Ja, Hij is gekomen en daarom is het feest vanavond. Hij is een baby. Wat is daarvan te verwachten? Misschien is dat wel een verkeerde vraag. Hij is het licht voor de wereld. Een lichtstraat dóet niet zozeer iets, een lichtstraal schijnt, straalt, is er. Wat nu precies licht is? Iets heel ingewikkelds, zeggen de natuurkundigen, golf en deeltje tegelijk. Maar gelukkig schijnt het licht ook voor wie dat boven de pet gaat! Zo ook onze Heer. Hij laat het duister verdwijnen.
Jezus, Hij is natuurlijk geen baby gebleven. Hij is opgegroeid, heeft geleefd, is gestorven en opgestaan. Hij leeft, ook nu! Nog steeds het licht voor de wereld. Wij, wíj zijn het die vaak baby-achtig doen. We willen het licht, we willen Hem vastpakken, grijpen, begrijpen… Het lukt je niet! Ik kan Jezus niet aanwijzen, en ook niet uitleggen. Hij vraagt iets anders, ook vanavond. Geen grijpen of begrijpen, maar geloof. Dat is iets anders dan allebei! Geloof, dat is: vertrouwen op Hem. Aannemen dat het waar is wie Hij is. Toelaten dat Hij op de donkere plekken van je hart mag schijnen. Het is leven in zijn licht, en vertrouwen op zijn toekomst. Geloven in Hem, die kind is en koning, licht en leven! Doe jij dat al?

[zal niet doven!]
Kerst, ongrijpbaar als een lichtstraal. Maar het is pas het begin. Er volgt nog een heel evangelie, en een weg door de geschiedenis. Soms vraag je je af: zou Gods licht niet doven op aarde? Maar nee! Dat is onmogelijk. Jezus, het licht, is gekomen. De duisternis kan het nóóit doven, nooit in haar macht krijgen. Gods koninkrijk komt, dat begint in een kindje. Eens zal de volle dag aanbreken! En tot die tijd vieren wij Kerst, in verbazing en vreugde.

Lof zij Christus in eeuwigheid, Amen