Tags

, , ,

Gemeente van Jezus Christus,

[de ‘opppervlakteles’]
Het is vandaag weer biddag voor gewas en arbeid. Het gaat vandaag over gebed. Dus: wat kan passender zijn dan een preek over Lucas 18 vers 1? “Een gelijkenis”, zo lezen we, “over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven”. De gelijkenis van de onrechtvaardige rechter, zo staat dit gedeelte bekend. En, heel handig, de boodschap van de gelijkenis is er door Lucas gewoon al boven gezet. Altijd bidden, en daarbij niet opgeven.
Op het eerste gehoor is het allemaal heel duidelijk. Jezus vertelt een verhaal over een vrouw die blijft vragen aan een rechter, die hem aan zijn hoofd blijft zeuren totdat hij haar geeft wat ze wil. En de les lijkt dan ook niet moeilijk. Het is een kwestie van “hoeveel te meer” – iets wat we ook elders in gelijkenissen vinden. Als die rechter al geeft wanneer je maar blijft vragen, hoeveel te meer zal God jou niet geven wat je vraagt, wanneer je het hem blijft vragen!?. Want God is natuurlijk veel beter dan zo’n onrechtvaardige rechter. Oftewel, de les die er al boven staat: blijf volhouden in het bidden, in het vragen aan God!
Dat is direct iets voor ons om in de spiegel te kijken: altijd bidden, zegt Jezus. Dat kan natuurlijk niet letterlijk – maar hoeveel bid jij, bidt u eigenlijk? Heb je ook meer dan alleen het vaste gebed voor het eten, of als je gaat slapen? En weet je ook iets van vólhouden in gebed? Niet maar eens een keertje bidden ergens voor, maar iets steeds weer bij de Here God brengen – omdat het belangrijk is. En houd je ook vol als je niet direct verhoring ziet? Of heb je het al snel opgegeven? Jezus vertelt ons vanavond die gelijkenis, over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven!

[een vreemde vergelijking]
Maar laten we er nog eens goed naar kijken. Eigenlijk is dit een rare gelijkenis, een vreemde vergelijking. Elders in het evangelie lezen we een vergelijking met een vader. “Als jullie, vaders, al goede gaven geven aan je kinderen, hoeveel temeer zal jullie hemelse vader…” Dat vind ik wel logisch. Maar waarom wordt God hier nu toch vergeleken met een onrechtvaardige rechter?
Kijk eens goed naar die man. Daar zit hij in zijn rechtszaal. Hij heeft geen ontzag voor God en laat zich aan geen mens iets gelegen liggen. Met andere woorden: veel recht heb je niet van deze rechter te verwachten. Ja, als je geld hebt, of als je belangrijke vrienden hebt… Je kunt je niet half voorstellen hoeveel corruptie er toen soms was. Zo’n arme weduwe zonder kruiwagen, of zonder geld voor steekpenningen, die kon lang wachten. De rechter heeft er geen enkel belang bij om haar zaak te behandelen, dus negeert hij haar gewoon. Wat kan zij helemaal beginnen? De arrogantie van de macht in actie! Vreselijk is dat, als je afhankelijk bent van de overheid, van een bureaucratische beslissing of een rechterlijke uitspraak, maar je hebt niet het idee dat die mensen daarboven je ook maar zien staan. Als de overheid je in onzekerheid laat, of je recht niet geeft. Dat zij die het algemeen belang moeten dienen, dat niet doen. Ook nu kennen sommigen dat, vrees ik.
In ons land zijn er dan nog verkiezingen, ook volgende week weer, die enig verschil maken – tenminste dat is het idee. Maar deze rechter zit nog vaster op zijn plek dan Mark Rutte, hij bekleedt zijn ambt voor onbepaalde tijd lijkt het. Hij kan gewoon alles maken, en dat doet hij dan ook. Daar komt die weduwe, er wordt haar onrecht gedaan, ze heeft nóód. De rechter kan haar helpen, moet haar helpen. Maar hij doet het niet. Pas na héél veel vragen komt hij in beweging, en dan alleen om van het gezeur af te zijn, nergens anders om.
Dan denk ik: is God zo? Wat een vreemde vergelijking! Er zijn, vrees ik, toch best mensen die God zo zien: als een hoge oosterse despoot die doet wat hij wil. Een God van willekeur, iemand die je misschien moet omkopen met vroomheid of zo. Dan mag ik je verzekeren: zo is God niet! Helemaal niet! Maar toch… Deze gelijkenis roept wel een beeld op.

[de ervaring van niet gehoord worden]
En niet alleen die gelijkenis, soms is het ook de ervaring van gelovige mensen! Dat je al heel lang om iets vraagt in gebed, dat je echt nood hebt en behoefte aan Gods hulp – maar er komt geen antwoord.
Voel je je dan net niet als die weduwe uit de gelijkenis?
Niet iedereen zal dit zo kennen. Maar als je ziek bent en je bidt om gezondheid – hoe lang moet je dan blijven bidden? Als je vraagt om kracht om van een verslaving af te komen, maar het lukt niet! Je bidt om de bekering van mensen uit je omgeving – misschien wel je eigen kinderen of je partner, en je ziet geen enkel effect. Misschien bid je al jaren lang. En dan gaat het toch ook niet om een zelfzuchtige vraag? Waarom lijkt God niet te luisteren?
Voel je de nood? Elk onverhoord gebed is een groot vraagteken Bij het evangelie. Is God wel een liefdevolle vader? luistert hij wel? is hij er überhaupt wel? Ik persoonlijk heb niet zoveel ervaring met deze moeilijke vragen moet ik zeggen, Ik ben een zeer gezegend mens zonder grote problemen in het leven. Maar ook dan kun je tegen zulke vragen oplopen. Je kunt moe worden van alle onrecht in de wereld. Hoeveel jaar, hoeveel eeuwen bidt de kerk al niet “laat uw koninkrijk komen” – en wat komt er van? Hoe vaak hebben we niet voor vrede in Oekraïne gebeden, maar die lijkt nog even ver weg…
Ja, waar is God? Die vraag. Weet je, die vraag vinden we ook in het Bijbelgedeelte dat we lazen. Jezus vertelt dit verhaal niet zomaar. Ik begon met opzet te lezen bij 17 vers 22. daar staat dat Jezus zegt: “er komt een tijd dat jullie ernaar verlangen één van de dagen van de mensenzoon te zien, maar jullie zullen die niet zien”. Wat wil dat zeggen? Als Jezus naar de hemel is gegaan, zullen de leerlingen terugverlangen naar de tijd dat Jezus er was en wonderen deed, direct bereikbaar was. Maar na zijn hemelvaart gaat alles vaak gewoon zoals het gaat. Vers 28: kopen, verkopen, eten, drinken, planten en bouwen. Ja, tot de verschijning van de Mensenzoon, vers 24, tot de wederkomst, maar dat zal dus een tijd duren!
Kijk, en in die tussentijd leven wij. De tijd waar niet elk gebed direct verhoord wordt, waar Gods macht vaak afwezig lijkt. En voor deze tussentijd vertelt Jezus zijn gelijkenis. Want nu komt het erop: blijf je toch bidden, geef je niet op? 18 vers 8: Als de mensenzoon komt, zal hij dan gelóóf vinden op de aarde? Dat is de nogal onverwachte afsluiting van ons verhaal. Houden ze vol?

[gebed om recht, niet allerlei willekeurige wensen]
Maar eerst even iets anders. waar vraagt die weduwe eigenlijk om? Niet om een gunst! Ze vraagt om recht. Om wat ze echt nodig heeft, en waar ze ook aanspraak op mag maken. Het gaat niet om een willekeurige wens, zomaar een begeerte – nee, dan kon ze het beter ergens anders proberen dan bij zo’n slechte rechter. Ze vraagt om recht. Om wat nodig is, en wat ook toegezegd is.
Dit mogen wij naast ons gebed leggen. Waar bid je om? Om iets wat je gewoon graag zou willen, bijvoorbeeld een andere baan, of om iets wat God beloofd heeft? In dat laatste geval kun je zeggen dat je het recht aan je kant hebt. Beloofd is beloofd! Maar als het alleen maar iets is wat jij graag wil, heeft God het volste recht om nee te zeggen. Wat die nieuwe baan betreft bijvoorbeeld. Paulus zegt: “als wij maar voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn…” – 1 Timotheüs 6:8. Maar in diezelfde brief aan Timotheüs staat ook: “God wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen” – een Timotheüs 2:4. Dat zijn woorden om op te pleiten wanneer je bidt voor de bekering van een kind. Dat is van een andere orde! Vraag het jezelf eens af: bid je om een willekeurige wens, of uiteindelijk om de komst van Gods Koninkrijk met alle beloftes die daarbij horen?
Echter, de belofte van Gods Koninkrijk omvat veel. Heel veel. Vergeving, vernieuwing en eeuwig leven. Maar ook de belofte van bevrijding uit alles wat je vasthoudt. Zegen in alle opzichten. Dat alle volken voor Hem zullen buigen. Maar ook genezing hoort erbij. Misschien kun je zeggen dat er nergens in de Bijbel beloofd is dat iedereen nu al gelezen wordt. Maar er staat toch óók: “door zijn striemen is er voor ons genezing gekomen ” – Jesaja 53.
De vrouw vroeg om recht. Wij mogen vragen om wat God beloofd heeft, daar hebben we in zekere zin recht op – niet uit onszelf, maar om Jezus wil. Gooi hem, met eerbied gesproken, zijn eigen beloftes maar voor de voeten! En tegelijk leert Jezus ons dus dat we in de tussentijd leven, die van geloven zonder zien, van gebeden zonder altijd directe verhoring. Terwijl er wél echt nood is, terwijl er beloftes zijn! Wat is dat ingewikkeld, wat geeft dat een vragen!

[‘hoeveel te meer’ – God is níet als die rechter]
Maar wat moeten we dan meenemen vanavond? Is de les dan: nou, maak je borst maar nat, je kunt hard bidden maar verhoring blijft vaak in de lucht hangen!? Nee, dat is niet het evangelie om vanavond mee te nemen. Al is het ook nog zo spannend als je écht gaat bidden, God is nu net géén onrechtvaardige rechter. God is rechtvaardig, en bovendien: Hij is zoveel meer dan een rechter. Hij is door Jezus onze genadige vader. Een vader die, net als aardse vaders dat doen, niet elke wens van hun kinderen direct vervullen. Ook niet als ze blijven zeuren trouwens. Maar God de Heer denkt niet alleen aan zichzelf, zoals die onrechtvaardige rechter. Hij wil het goede voor jou, en voor heel deze wereld. Hij zet zijn plannen door. En tegelijk luistert Hij, hij wuift je niet weg omdat je onbelangrijk zou zijn. Nee, zo kostbaar ben jij in zijn ogen, dat hij zijn zoon voor je wilde geven. Dat Jezus voor jou de weg naar het Kruis wilde gaan. Jezus zelf zegt: Bid en u zal gegeven worden; zoek en u zult vinden; klop en de deur zal voor u opengaan!
We mogen bidden met groot vertrouwen. Doen we dat ook? Ik las van de week wat folders van de groep ‘Frontrunners’ uit Werkendam. Zij hebben heel veel geloof in Gods macht en hulp, juist bij concrete problemen. Daar kunnen wij wel iets van leren, hoe ze bidden met vertrouwen, ook om wonderen en om Gods hulp in alle dingen! “Als de mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde?” Bij de Frontrunners zeker! Maar tegelijkertijd heb ik het idee dat ze met de woorden uit 17 vers 22 niet veel kunnen. Jezus zegt: ‘U zult verlangen een van de dagen van de mensenzoon te zien, maar je zult ze níet zien’. Soms zie je niets, soms lijkt gebed níets te doen! Is er ook plaats voor zulke ervaringen? Maar dan is de boodschap vanavond niet: nou ja, veel gebeden worden niet verhoord. Nee! De spits van deze geschiedenis is dat het aankomt op volhouden. Op niet opgeven, op blijven bidden om al wat God belooft!

[oproep om vol te houden in gebed en geloof]
Houd dan vol, om te bidden. Bid om alles wat je nodig hebt, roep God aan om alles wat Hij belooft, en dat is heel veel! Bent niet een keer ergens om, maar voortdurend. Ik heb in mijn eigen leven best vaak ervaren hoe dat werkt. Als student heb ik gebeden om een relatie, dat kostte wel een paar jaar gebed. Maar ik mocht het ontvangen, en ik geloof: uit Gods hand. Of onlangs nog: ik bad al een hele tijd of ik in een bepaald gezelschap eens een goed gesprek mocht hebben over de dingen van God. En na meer dan een jaar gebeurde het ineens! ik zou nog meer kunnen noemen. En ik zou trouwens ook aanraden: schrijf zulke dingen op, want op een of andere manier vergeten we Gods verhoring heel snel, en blijven vooral de overhoorde gebeden in je hoofd hangen. Noteer het werk van de Heer!
Houd vol in gebed. Zoek in de Bijbel, wat God over een bepaald iets wel of niet beloofd heeft. Pleit daar maar vrijmoedig op! Vooral als je bidt om zíjn dingen, dan mag je groot vertrouwen hebben: als je bidt voor de bekering van mensen, een opwekking in de kerk, de verspreiding van het evangelie.
Uiteindelijk zit er nog iets áchter het volhouden in gebed: volhouden in geloof. Geloof dat de Heer leeft, dat zijn Koninkrijk zal komen, en dat hij ook nu al er tekens van kan geven, Zijn macht kan tonen in jouw leven en dat van anderen. Laat dat geloof niet los, laar Hem niet los! Stel dat die weduwe dat had gedaan, dat ze had opgegeven, dan was alle hoop voor haar verloren geweest. Houd aan bij de Heer – bij hem die geen onrechtvaardige rechter is.

[slot]
Wat zijn wij ongelooflijk bevoorrecht boven die vrouw uit het verhaal. Daar sluit ik mee af. Wij staan er immers niet alleen voor! We hebben, anders dan zij, een advocaat – Jezus Christus. We hoeven ook niet in ons eentje te vragen, dat mogen we doen samen met anderen, en uiteindelijk met heel Gods kerk. Gebed samen met andere heeft extra kracht! We hebben beloftes om op te pleiten, dat ook. Degene tot Wie wij roepen heeft bovendien wél belang bij wat we vragen, anders dan die slechte rechter. Want bovenal: Hij heeft jou lief. De rechter van de wereld, de grote koning, buigt zijn oor naar ieder die tot hem roept. “Ik zeg jullie dat hij hun spoedig recht zal verschaffen” – woord van de Heer!
Maar ook: “als de mensen zo komt, zal hij dan geloof vinden op aarde?” – laat het zo mogen zijn! Geloof, en dan ook gebed. Volhardend en vertrouwend gebed. Totdat Hij komt!
Amen