Tags

, , ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
je hoort wel eens verhalen over mensen die het ‘tweede gezicht’ hebben. Zij zouden dingen zien die een ander niet ziet, dingen uit het verleden of juist uit de toekomst. Er worden daar heel sterke staaltjes van verteld. Een groep mensen is bijvoorbeeld op vakantie in Schotland, en ze bezoeken een oud kasteel. Ze lopen er rond, ze bekijken allerlei oude dingen: harnassen en wapens, poorten met valhekken, kerkers… Maar dan zegt ineens een vrouw uit het gezelschap: is er ooit een moord gepleegd, hier in deze kamer? Bij navraag bij de gids blijkt het te kloppen: juist daar is eens een slechte kasteelheer omgebracht door zijn dienaren. Hoe kan iemand dat weten, zoveel eeuwen later? “Tja,” zegt die vrouw, “ik dacht even dat ik een plas bloed zag liggen in de hoek”…
Zo zijn er ook verhalen over mensen die dingen zien die nog moeten gebeuren. Een boer die een mysterieuze rouwstoet door de velden ziet gaan, en enkele dagen later overlijdt er iemand. Van die wonderlijke dingen: méér zien dan een ander ziet. Wat je ervan moet denken? Ik weet het niet goed, als ik eerlijk ben.
Maar waarom begin ik hiermee? Wel in het Bijbelgedeelte gaat het ook over méér zien dan een ander. Over verder kijken dan het zichtbare. Want dat is nodig met Pasen!

[het verhaal]
We hoorden over verschillende mensen die dingen zien die ze niet begrijpen. Maria Magdalena gaat ‘s morgens vroeg naar het graf van Jezus. En wat ziet ze? Tot haar grote schrik en verbazing is het graf open! De steen is weggerold. Snel gaat ze naar Petrus en Johannes en die willen het ook zien. Johannes kijkt de graftombe in, en ziet de grafdoeken liggen. Petrus gaat naar binnen en ziet het nog beter. De doeken waarin Jezus was gewikkeld, netjes opgerold.
Ze zien het! Maar doorzien ze het ook? Alleen van Johannes lezen we tenslotte: hij zag het, en geloofde. Je zou kunnen zeggen: hij zag het met zijn ogen, dat lege graf, die opgerolde doeken, en tegelijk ziet hij méér. Wat dan? Hij gelooft. Daar kom ik zo nog op terug. Hij ziet in elk geval méér dan met het eerste gezicht, hij krijgt een tweede, diepere blik.
Maria heeft niet zoveel gezien. Ze zag alleen de graftombe die open was. Ze heeft niet eens naar binnen gekeken, misschien ligt Jezus er nog wel gewoon. Maar angst en liefde geeft haar nare gedachten in in: Jezus, haar Heer, er is hem al zoveel misdaan, Hij is zo’n vreselijke dood gestorven, en nu kunnen ze nog niet eens zijn lichaam met rust laten. Zouden de Joodse leiders hem dit mooie graf niet gunnen? Zijn er grafrovers geweest? Of zouden vrienden van Jezus het lichaam verplaatst hebben? Maar waarom weet zij daar niets van? Ze heeft weinig gezien, maar ze denkt van alles. Zij zou wel een tweede blik kunnen gebruiken! Alleen: zou het haar hebben geholpen, als ze gezien had dat het graf leeg was? Ik denk dat het haar vrees alleen maar bevestigd zou hebben!

[Drie soorten mensen]
Zien en niet zien. Er waren, toen, op die eerste paasdag, geen twee maar drie soorten mensen – en volgens mij zijn die er nog steeds. Je hebt mensen die überhaupt niets zien. Je hebt mensen die de feiten zien maar meer niet – in dit geval dus het open graf. En je hebt mensen die het tweede gezicht hebben, die méér zien, die zien en geloven. Drie soorten mensen, waar ik iets over wil zeggen.

Allereerst dus de mensen die helemaal niets zien. Die waren er genoeg. Denk aan de Joodse leiders in Jeruzalem, die nog lekker in hun bed lagen. Ze wisten niet beter of Jezus was dood en begraven, punt. Zo keek feitelijk iederéén er tegenaan, tot Jezus’ leerlingen aan toe… Zulke mensen zijn er ook vandaag genoeg. Die helemaal geen open graf zien of er zelfs maar van weten. Mensen voor wie Pasen het feest is van eieren en de paashaas, of van voorjaar en vrije dagen. Maar dan mis je dus het belangrijkste!
Dan zijn er mensen die wel het open graf zien, maar meer niet. Maria Magdalena, en Petrus. De een denkt aan grafroof, de ander kijkt iets verder en weet dat dat niet kan. Welke grafrover gaat een lichaam dat in doeken is gehuld nu uitpakken? Maar ook Petrus kan niet verder kijken dan de doeken. Hij ziet: het graf is leeg. En dat is niet omdat het lichaam is verplaatst. Maar waarom wel? Wat heeft dit te betekenen? Hij kan er niet doorhéén zien!
Ook dit komt vandaag voor. Dat mensen weten: Pasen, feest van het lege graf, van Jezus’ opstanding. Maar wat dat betekent? Ook voor hen? Geen idee! Je ziet wel de feiten, maar het brengt je nergens. Juist als u al jaren Pasen viert, kerkelijk bent opgevoed, zou het kunnen dat úw blik zo is. Je ziet het wel, maar alleen met het eerste gezicht!
En dan zijn er nog mensen die meer zien. Die zien én geloven, zoals Johannes. Die doorzien hoe wereldschokkend en belangrijk het is wat we met Pasen vieren. Méér dan een leeg graf!
Bij welke groep hoort u? of jij? Ziet u al iets?

[voor de eersten, apologetisch]
Eerst even voor de eerste groep: mensen die zelfs geen leeg graf zien. Misschien denk je wel: het is een verhaal, meer niet. Jezus gekruisigd, OK, zoiets gebeurde vaak genoeg helaas. Maar opgestaan? Dat geloof ik niet. Wel, laat ik dan vanmorgen dit zeggen, en ik zeg het vol vertrouwen: het graf wás leeg! Wie de feiten nauwkeurig in ogenschouw neemt, kan het volgens mij niet ontkennen. Kijk eens hoe de paasmorgen is beschreven: met aarzeling en onbegrip bij Jezus’ volgelingen, en niet met een spectaculaire opstandingsscène. Als het verzonnen was, een complot van Jezus’ leerlingen, was er echt wel een mooier verhaal van gemaakt. Het punt is nu juist: de leerlingen vonden een leeg graf, tot hun eigen stomme verbazing.
Maar zoude anderen dan Jezus’ lichaam niet hebben verplaatst? Jezus’ vijanden, of grafrovers? Dat gebeurde destijds soms, dat lichaamsdelen van terdoodveroordeelde misdadigers werden gebruikt voor zwarte magie…Maar ik zei al: de doeken waarin Jezus’ lichaam was gewikkeld, naar het gebruik van die tijd, die lagen er nog. Als je een lichaam wilt verplaatsen of roven, ga je het toch niet uitpakken?
En nog iets: toen de eerste christenen steeds talrijker werden, en vervolging opkwam – waarom hebben dan de Joden of de Romeinen niet op Jezus’ graf gewezen? Desnoods zijn stoffelijk overschot getoond? Of wás het er eenvoudigweg niet?
Of nog iets: waarom doofde het geloof in Jezus niet uit met zijn dood? Waarom kreeg het ineens vleugels? Waar kregen Jezus’ volgelingen de kracht en overtuiging vandaan? Zou het niet zijn omdat ze hun Heer levend hadden gezien? Het graf was écht leeg!
Ja maar… het kán gewoon niet! zegt iemand. Dood is dood, en er is er nog nooit een teruggekomen. O ja? Is dat nu niet net waar de discussie over gaat? Als je zegt: het kan niet, wat je ook voor argumenten aandraagt, ja, dan houdt het op. Maar vandaag daag ik, en daagt de Bijbel, u uit om nu juist een andere bril op te zetten!
Het graf was leeg op de paasmorgen. Dat mag u vast geloven. Dat probeerde ik u even te laten zien. En wilt u erover doorpraten: wees welkom!

[voor de tweeden: uitdaging]
Maar dan vervolgens voor mensen die wel zien, maar niet verder dan de feiten. Als dan het graf van Jezus leeg was, wat dan nog? Als je dan aanneemt dat Jezus is opgestaan, wat dan nog? Héb je er iets aan om te weten dat er circa tweeduizend jaar geleden iemand weer levend is geworden die dood was? Ook al is het wel tien keer waar, dan kan het nog blijven bij een feit, een weetje, wat verder niets met je leven doet. Dan is deze uitzondering op de regel, deze éne mens die blijkbaar herleefde, alleen maar een bijzonderheid. Net zoiets als dat er ergens een schaap met vijf poten is geboren, zeg maar…
Nee, alleen de feiten zien is niet voldoende! Een voorbeeld: de Joodse theoloog Pinchas Lapide heeft een boekje geschreven over Jezus’ opstanding. Hij komt tot de conclusie dat Jezus letterlijk is opgestaan, opvallend genoeg! Ik zei al: de aanwijzingen wijzen die kant op. Echter, hij gelooft niet in Jezus als de Messias, hij ziet Hem slechts als een wijze rabbi.

[de derden: zien en geloven]
Weten dat het graf leeg was, dat Jezus is opgestaan, is nodig. Maar het is niet genoeg. Maakt het ook enig verschil voor uw of jouw leven? Wat nodig is met Pasen, voor ons allemaal, is dat we het tweede gezicht krijgen. Dat we zien en dóórzien. Zien, en geloven. Zoals er van Johannes staat “toen ging ook hij het graf binnen, en hij zag, en geloofde”.
Maar wat is er dan te zien als je ogen open gaan? Wat is er dan te geloven? Wel, dít: dat Jezus leeft. En meteen wat dat betekent. Dat alles wat Hij zei waar is, en dat Hij is Wie het zei dat Hij was. Niet zomaar een wijze rabbi met levenslessen, maar zoveel méér. Hij is het die van bij God is gekomen! Het hele Johannes-evangelie, we hebben het hier in de kerk vanaf Kerst gehoord, zegt Jezus dingen die erg ver gaan. Ik noem er een paar: “Geloof in mij, dan heb je eeuwig leven. Ik bén de opstanding en het leven. Ik heb macht mijn leven af te leggen en het weer op te nemen. Wie in mij gelooft zal leven, ook al sterft Hij”. Enzovoorts. Dat zijn nogal claims!
Maar Jezus is dus wel opgestaan uit het graf! En dat werpt nieuw licht op zijn woorden. Hij had gelijk – of beter: Hij hééft gelijk! Kijk, als je dat ziet, dan doorzie je het echt. En dan is er maar één reactie die past: geloof. Gelooft u het? Gelooft u Hem?

[de Schrift]
Johannes gelooft als hij het lege graf ziet. Want, zo zegt het evangelie, ze kenden de Schrift nog niet. Met andere woorden: als Johannes die nu wel had gekend, had hij zelfs al eerder kunnen geloven. De opstanding onderstreept dat alles wat de Bijbel zegt wáár is. Niet alleen Jezus’ woorden, héél de Bijbel wordt onderstreept! Je gaat het zíen, doorzien: dit past in Gods grote plan. God laat een rechtvaardige niet los. Jozef bijvoorbeeld werd verhoogd, al moest hij eerst slaaf worden en in de gevangenis komen. Maar God verhoogt hem. Zou Hij dan bij Jezus niet net zo iets doen? Door kruis en graf heen wordt Hij verhoogd. Jezus leeft en krijgt de ereplaats! En net als Jozefs levensweg een heel volk redde, zo doet ook Jezus’ weg langs kruis en graf dat. Hij droeg de zonden van de wereld. Maar… alleen nu Hij opgestaan is, zie je het, als je ogen ervoor opengaan – anders, als Hij niet was opgestaan, kon je slechts aan een mislukking denken, een tragische dood.
Jezus’ opstanding onderstreept ál de beloften in de Bijbel. Psalm 16 bijvoorbeeld, waar de dichter in vertrouwen zingt “u zult mijn ziel niet in het graf verlaten; uw heilige zal geen verderf zien!”. Maar het gaat niet om een paar teksten die nu wel heel mooi passen, het gaat om de grote lijn van Gods heilsplan. Als je bij het open graf ziet en gelooft, dan gaan je ogen open. Dan weet je: het is wáár allemaal. De dood heeft niet het laatste woord. God houdt de dingen in de hand, al lijkt het anders. Er is vergeving, er is een nieuw begin – altijd! Ja, als Jezus opstond, dan kun je geloven dat God eens álles nieuw zal maken. Dan zie je al een stukje van die toekomst!

[Slot]
Hebt u het tweede gezicht? Kunt u het zien, bij het open graf? Het is wáár wat we hier in de kerk geloven. Het is wáár wat Jezus zei, en wat heel de Bijbel zegt!
En dan is dat ook heel persoonlijk: er is voor jou en voor u een nieuw begin. Vergeving, hoop en leven. Jezus zegt “ik leef, en jij zúlt leven!” Ieder die bij Hem hoort mag meegenomen worden in zijn nieuwe leven – meegenomen worden nu… en als je zelf sterft… en tot in eeuwigheid! Geloof u het? Kunt u het zien? Pasen – alles is anders!
Kom, open dan je ogen. Het graf is leeg, de Heer is opgestaan! Maar dat niet alleen. Hij leeft, ook nu. En in Hem zijn al Gods beloften ‘ja’ en ‘amen’. Zie Hem, geloof in Hem!
Zou je dan niet blij zijn vandaag? Zou je hart niet vól zijn van vreugde? Hij leeft! De Heer is waarlijk opgestaan. Halleluja!

Amen