Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro]
ik was eens een keer als predikant op bezoek bij een dame. Het gesprek ging alle kanten op, dat doet er voor dit moment ook niet zoveel toe, maar één ding is me bijgebleven. Die dame zei namelijk het volgende: “als iedereen nou zo zou leven als ik, dan zou de wereld er een stuk beter uitzien”. En dat zei ze zonder enige ironie, maar heel serieus. “Als iedereen nou zo zou leven als ik, dan zou de wereld er een stuk beter uitzien”. En ik weet nog dat ik meteen dacht: hé, dat is niet iets wat een trouwe kerkganger nou snel zou zeggen volgens mij. En even ter verdediging voor die dame: het was iemand die geen vlieg kwaad zou doen – de wereld zou er inderdáád vast beter uitzien als alle wereldleiders ook die houding hadden.
En toch… ergens kriebelde er iets bij mij. Die vaste overtuiging dat jij goed leeft, beter dan de meeste mensen. Het past precies bij de Bijbelwoorden die we vandaag hoorden. Het klinkt net een beetje te veel als die farizeeër uit de gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar. Daar gaan we vandaag bij stilstaan.

Zo zijn er wel meer levensmotto’s. Soms van een persoon, soms kenmerkend voor een bepaalde tijd. Het levensmotto van de middeleeuwen was ” memento mori” – dat wil zeggen: denk eraan dat je zult sterven. Als er zo’n zin boven je leven staat geschreven [gebaar], dan bepaalt dat zeker hoe je in het leven staat. Ernstig, op het eeuwige gericht. In de tijd daarna, de renaissance, zetten mensen zich bewust af tegen zo’n levenshouding. Zo wilden ze niet zijn!. En boven hun leven schreven ze een ander motto, geleend van de oude Romeinen “carpe diem” – ofwel: pluk de dag. Als dat je levensleus is, sta je lichter in het leven.