Gemeente van Jezus Christus, jong en oud, hier en thuis,
[de ellende toen heel helder schetsen]
Stel je voor dat je in Jeruzalem had gewoond destijds! De stad werd belegerd door de troepen van koning Nebukadnezar. Alle poorten zaten potdicht. Op de muren stonden soldaten van het Israëlische leger op de uitkijk. Misschien kwamen kinderen uit de stad soms ook wel even op de muur gluren. En wat je dan zag was niet best: de soldaten van het Babylonische leger waren druk aan het werk om de stad te gaan innemen. Ze legden belegeringswallen aan, een soort schuin oplopende dijken naar bepaalde plekken van de muren en poorten. Daar zouden ze stormrammen overheen kunnen dragen, of een belegeringstoren naar boven rijden. Misschien heb je er een middeleeuwse verhalen wel eens over gehoord. Zo’n belegeringstoren was een houten gevaarte, net zo hoog als de muur. Als de toren tegen de muur aan stond, lieten ze bovenaan een brug zakken en stormden de soldaten zo de stadsmuur op…
Nee, het zag er buiten niet best uit. En binnen in de stad ook niet. Voedsel raakte op, eten werd onbetaalbaar. Zelfs als de Babyloniërs niet over de muur konden komen, konden ze nog de stad uithongeren. er dreigden al besmettelijke ziektes uit te breken.
Ergens in die stad zit Jeremia gevangen. Hij zit gevangen omdat hij al jarenlang een sombere boodschap brengt. Jeruzalem zal ondergaan, omdat koning en volk God vergeten en slechte dingen doen. De koning zette hem gevangen, omdat zijn woorden het moreel ondermijnen. Maar het lijkt er inmiddels wel erg op dat Jeremia’s woorden uitkomen Lees verder