Preek Markus 14:26-31 ‘falende radicaliteit’

Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
val je jezelf wel eens tegen? Het kan in heel eenvoudige dingen zijn: had je je voorgenomen om maat te houden, en heb je al TV-kijkend toch de hele zak chips leeggegeten. Hè, stom! Of ikzelf – ik had me een tijdje geleden voorgenomen om eerder op te staan om voor het ontbijt uit de Bijbel te lezen, maar dat hield ik maar even vol… Je kunt je voornemen iets niét te doen, iets wél te doen, maar de uitvoering valt vaak tegen. Ja, zolang het meezit en het niet te moeilijk is, dán lukt het wel. Op tijd naar bed gaan, op tijd opstaan, ik noem maar iets eenvoudigs. Maar als het lastig wordt nemen andere dingen het over. Dit en dat moet toch af? Dus het wordt al later, en juist dan, als je moe bent, val je weer in je oude patronen. Toch die serie uitkijken, toch nog even die telefoon pakken… Je blijkt niet sterk te zijn als je dacht!
Jezelf tegenvallen. Het kan ook in grotere dingen. Als je denkt een klus op het werk te klaren, maar je merkt dat het niet lukt, dat het je vermogen net te boven gaat. Of als je op school merkt dat je een bepaald niveau niet gaat halen – heb je niet hard genoeg gewerkt? Zit het gewoon niet in je? dat kan echt rot voelen. Je kunt jezelf tegenvallen in heel grote dingen: hoe je een relatie hebt laten kapotgaat bijvoorbeeld. Of denk aan iemand met een verslaving – die valt zichzelf elke dag tegen…
De tijd waarin we leven maakt het niet makkelijker trouwens, om met zulke dingen om te gaan. Lees verder

Preek Biddag 2023 ‘Luistert Hij wel?’

Tags

, , ,

Gemeente van Jezus Christus,

[de ‘opppervlakteles’]
Het is vandaag weer biddag voor gewas en arbeid. Het gaat vandaag over gebed. Dus: wat kan passender zijn dan een preek over Lucas 18 vers 1? “Een gelijkenis”, zo lezen we, “over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven”. De gelijkenis van de onrechtvaardige rechter, zo staat dit gedeelte bekend. En, heel handig, de boodschap van de gelijkenis is er door Lucas gewoon al boven gezet. Altijd bidden, en daarbij niet opgeven.
Op het eerste gehoor is het allemaal heel duidelijk. Jezus vertelt een verhaal over een vrouw die blijft vragen aan een rechter, die hem aan zijn hoofd blijft zeuren totdat hij haar geeft wat ze wil. En de les lijkt dan ook niet moeilijk. Het is een kwestie van “hoeveel te meer” – iets wat we ook elders in gelijkenissen vinden. Als die rechter al geeft wanneer je maar blijft vragen, hoeveel te meer zal God jou niet geven wat je vraagt, wanneer je het hem blijft vragen!?. Want God is natuurlijk veel beter dan zo’n onrechtvaardige rechter. Oftewel, de les die er al boven staat: blijf volhouden in het bidden, in het vragen aan God!
Dat is direct iets voor ons om in de spiegel te kijken: altijd bidden, zegt Jezus. Dat kan natuurlijk niet letterlijk – maar hoeveel bid jij, bidt u eigenlijk? Heb je ook meer dan alleen het vaste gebed voor het eten, of als je gaat slapen? En weet je ook iets van vólhouden in gebed? Niet maar eens een keertje bidden ergens voor, maar iets steeds weer bij de Here God brengen – omdat het belangrijk is. En houd je ook vol als je niet direct verhoring ziet? Of heb je het al snel opgegeven? Jezus vertelt ons vanavond die gelijkenis, over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven!

[een vreemde vergelijking]
Maar laten we er nog eens goed naar kijken. Eigenlijk is dit een rare gelijkenis, een vreemde vergelijking. Lees verder

Preek Markus 8:34 ‘radicaal’

Tags

,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
Bent u, ben jij radicaal in het geloof? Ben je een radicale christen, 100% toegewijd aan de Heer? Een grote vraag misschien wel mee te beginnen, maar daar wil ik het vanmorgen over hebben. Staan wij als hervormde gemeente van Woudrichem bekend als radicaal? Of misschien juist helemaal niet, misschien wel als lauw en flauw?
Wat is dat eigenlijk, radicaal christen zijn? Ik moet denken aan een man waar ik van hoorde, jaren terug alweer. Hij was lid van een kerk, maar geloof leefde niet echt voor hem. Voetbal was veel belangrijker, en zijn vriendengroep met wie hij uitging naar feesten en festivals. Maar toen kwam de man tot een levend geloof, en dat zorgde ervoor dat hij zijn leven radicaal omgooide. Hij nam al zijn cd’s met niet-christelijke muziek, en sloeg die met een hamer kapot op de tegels in zijn achtertuin! Even voor de jeugd: een CD is zo’n ding dat je vroeger nodig had om muziek te luisteren, uit de tijd vóór Spotify en Streaming. Hij vernietigde die muziek. En dat niet alleen. Hij stopte helemaal met roken en drinken. Hij ging heel anders met zijn vriendin om, die kreeg het beter. Regelmatig was hij voortaan met anderen bij het winkelcentrum te vinden om daar te evangeliseren. Kijk, dat is radicaal, toch?
Als je zo’n verhaal hoort, dan steekt mijn toewijding daar flets bij af, en die van u of jou waarschijnlijk ook. Maar ja, misschien komt dat omdat je niet zo’n radicaal omkeermoment kent. Misschien ben je nooit erg uit de band gesprongen. Een zegen! Maar kun je ook dan radicaal christen zijn? Wat is dat eigenlijk? Waar blijkt het uit dat je Jezus volgt? Wat onderscheidt je van de wereld? En is dat eigenlijk wel waar het om gaat? Lees verder

Preek ‘in de boot zonder Jezus?’ Markus 6:45-52

Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[de leerlingen]
Vanmorgen horen we over het wonder van de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging. Zo’n bijzonder moment, met velen het brood eten dat Jezus gaf, op het groene gras in de stralen van de ondergaande zon. Veilig en vredig, verzadiging en verbazing. Maar nu is dat voorbij. Hoe gaat het verder? De Bijbel vertelt het ons: “meteen daarna gelastte hij, Jezus, zijn leerlingen om in de boot te stappen en alvast naar de overkant te varen; intussen zou hij zelf de menigte wegsturen”.
Laten we ons eens in de leerlingen verplaatsen. Jezus stuurt hen het meer op, terwijl de zon al ondergaat. Het is circa 12 km varen naar de overkant, dus ze zullen in het donker moeten varen. Daarbij komt dat de wind uit de verkeerde richting waait, dus dat zal hard roeien worden. Ik kan me voorstellen dat de leerlingen niet erg enthousiast worden over deze opdracht. Bovendien zijn ze moe. In het voorgaande is te lezen hoe ze terugkwamen bij Jezus, nadat hij ze door het land had laten trekken in groepen van twee. Jezus was met hen naar deze kant gevaren van het meer, om daar hopelijk wat rust te vinden. Maar dat was niet gelukt, de mensen waren achter hun aangekomen. Ook nu hebben ze weer een lange drukke dag gehad. En na die lange dag wacht dus een nachtelijke reis. Opdracht van de Heer zelf!
Misschien beseften ze het eerst niet zo, maar denk je in hoe het halverwege de nacht moest zijn geweest. Het is donker om hen heen, ze komen nauwelijks vooruit door de harde tegenwind. Het is koud op het water, ze zijn moe. Waarom heeft Jezus ze hierheen gestuurd? Waarom is hij zelf niet meegegaan? Helpt hij hen niet, laat hij hen los?
Ze trekken aan de riemen en zwoegen voort. De sfeer van die wonderlijke, bovenaardse maaltijd van net zijn ze helemaal kwijt. Het weten dat de Heer bij ze is, dat Hij geeft wat nodig is. Nee, ze zijn zonder hem, in het donker. Wat een contrast!

[wij als de leerlingen]
Laat ik meteen maar met de deur in huis vallen: ik denk dat deze leerlingen een beeld kunnen zijn van hoe het soms in ons leven gaat. Lees verder

Overdenking Markus 6:41, viering Heilig Avondmaal

Tags

, ,

Gemeente van Jezus Christus,

[Intro]

We lazen uit de Bijbel die geschiedenis van de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging. Voor velen zal het een bekend verhaal zijn. vanmorgen wil ik de nadruk leggen op vers 41. Laten we dat eens stukje voor stukje lezen en voor ons zien wat Jezus daar doet [gebaar erbij]:

  • Hij nam de broden en de vissen
  • hij keek omhoog naar de hemel en sprak het zegengebed uit
  • hij brak de broden
  • hij gaf ze aan zijn leerlingen
  • om ze aan de menigte uit te delen

Als je dit zo voor je ziet, waar doet dat dan aan denken? Het is precies wat bij het heilig avondmaal gebeurt. brood nemen, danken, breken, en delen. En het lijkt mij geen toeval dat Marcus het op deze manier opschrijft. Het is alsof hij wil zeggen: “wat daar gebeurde bij dat meer, dat gebeurt nog elke keer”. Als wij vandaag het heilig avondmaal vieren, is het alsof wij als het ware ook daar zitten. Op het groene gras, bij het meer van Tiberias. We hadden het er van de week over op groot huisbezoek van wijk 3, dat er zoveel aspecten zitten aan het Avondmaal. En Laten we vanmorgen dan dit aspect, deze kant er eens uitlichten: avondmaal aan het meer, bij de Heer.

[dit bijzondere moment]

Jezus zocht een moment rust met zijn leerlingen. een hele menigte mensen is hen echter gevolgd tot aan de andere kant van het meer. rust krijgen ze niet. Jezus gaat weer bezig met tot hen te spreken, onderwijs te geven. Maar dan wordt het avond. de zon hangt al vrij laag, en magen beginnen te rommelen. Tijd om te stoppen en naar huis te gaan, of in elk geval om ergens eten te gaan kopen. Een beetje zoals na een dag op vakantie, wanneer je van alles hebt bezichtigd of gedaan, en je moe en hongerig begint te worden. Het is mooi geweest!

De leerlingen zeggen het, de mensen voelen het: de dag is om. Niemand verwacht van Jezus dat hij hen te eten zal geven, niemand vraagt om een wonder. Waarom zouden ze ook? Er is niets tot nu toe geweest want in die richting wijst. En Jezus stopt ook met spreken. Maar dan doet hij iets onverwachts. hij vraagt naar het voedsel dat er is, en hij laat alle mensen zitten daar op het gras. Je moet weten, als er destijds werd gesproken, bijvoorbeeld in een synagoge, dan zát de spreker, maar de hoorders stonden. Heel stonden ook in deze kerk geen banken, je luisterde staande. Zo stonden de mensen ook naar de Heer te luisteren. Maar nu zegt Jezus dat iedereen moet gaan zitten. Ik zie in gedachten een hele beweging door de mensen gaan, als ze omlaag gaan. Ze kijken vol verwachting: wat gaat er nu gebeuren?

Dit: dat Jezus brood neemt, en vis, dankt en breekt en deelt. Onverwachts krijgen ze een avondmaaltijd. Daar zitten ze dan, in groepen, in de stralen van de laagstaande zon. Ze eten en raken verzadigd. De hemelkoepel boven hen, groen gras onder hen, en genoeg voor allen – terwijl er bijna niets was! Wat moet dit bijzonder zijn geweest! Gedempt klinken vele stemmen. En Jezus? Hij staat in het midden.

Dit groene gras is als de groene weiden waar psalm 23 van zingt, waar de goede herder zijn schapen heenleidt. Het is als een stukje van het oude paradijs, of als een voorsmaak van Gods grote toekomst. Dit is niet alleen voedsel voor het lichaam, maar voor heel je wezen. Het is góed.

[Wat Jezus eerder gaf en nu]

Jezus geeft hier iets anders dan hij tot nu toe deed. Hij gaf onderwijs, hij verkondigde Gods Koninkrijk. Zo horen wij hier in de kerk ook elke week woorden van God, onderwijs en troost en aansporing. Dat is voorrecht, een zegen. Maar deze keer geeft Jezus meer. Voedsel, verzadiging, proeven dat hij goed is. Als wij vandaag het avondmaal vieren, mogen wij als het ware daarbij aanschuiven. Niet zozeer horen, maar voelen, proeven, ervaren dat de Heer goed is!

Jezus deed destijds ook veel wonderen. Hij hielp mensen, hij genas en bevrijdde. Dat was bijzonder genoeg! En ook nu mogen wij soms gelukkig ervaren dat de Heer helpt, dat hij heelt, dat hij bevrijdt uit waar je in vastzit. Een zegen, als je daar iets van weet. Maar hier, op deze heuvel, geeft Jezus iets waar niemand om vraagt. Zomaar! Een maaltijd, overvloed, gewoon omdat hij dat wil. Een moment waar de zorgen wegvallen in plaats van opgelost worden met een wonder.

Je kunt vanmorgen gekomen zijn met allerlei dingen die drukken. Moeite op het werk, wrijving met mensen, zorgen om geld, zorgen om gezondheid. Net als er toen mensen bij waren die verdriet hadden of problemen, en daarvoor de Heer zochten. Je kunt vol vragen zitten. Maar wat gebeurt er? Ze mochten gaan zitten zoals Jezus aanwees. Wij mogen gaan zitten, op Jezus uitnodiging. Geen onderwijs aanhoren, maar rust vinden. Kracht krijgen. Want de Heer zelf deelt uit. Zomaar – aan jou! Brood dat smaakt naar barmhartigheid; vis die hij zelf is – want het Griekse woord voor vis, “ichthus” was bij de vroege christenen een afkorting die staat voor “Jezus Christus, Gods zoon, redder”. Hij deelt zichzelf uit!

[verbazing, vreugde en vrede]

Voor de mensen die het meemaakten, moet deze eenvoudige maaltijd van brood en vis wel heel bijzonder zijn geweest.

Allereerst was er natuurlijk verbazing. Wat gaat er gebeuren? Wil hij met ons een maaltijd houden? Ja, dat wil Jezus. Dat is al bijzonder genoeg! Samen eten is een teken van gemeenschap. Hij wil horen bij al deze gewone mensen. voor hen zorgen. Misschien hebben wij al vaak het avondmaal gevierd. Voel je ook die verbazing nog? Dat de Heer jou uitnodigt aan zijn tafel! Dat zijn zorg en liefde uitgaat naar ons. Hij stuurt ons niet weg om het elders te gaan zoeken. Hij zegt: ga zitten, ik reik het je aan!

Verbazing moet daar zijn geweest, maar ook vreugde. Heel simpel: we krijgen te eten! Er wordt voor ons gezorgd. Maar nog meer door het wónder ervan. Zou je daar niet enthousiast van worden, als je voor je ogen ziet gebeuren dat er overvloed komt aan brood, op een onbegrijpelijke manier? Als je beseft hoe machtig de Heer is, en dat hij jou daarmee dienen wil! Als je voelt hoe goed Hij is, zou je daar niet blij worden? Ook vandaag aan de tafel. Als je dat grote wonder voor ogen ziet, dat hij zich gaf voor jou. Dat er genade en aanvaarding is, voor jou, zomaar een mens, een zondig mens nog wel. Zou je dan geen vreugde voelen, verbaasde vreugde?

Toch denk ik niet aan uitbundig gejuich daar bij dat meer. Nee, ik stel me eerder een gevoel van vrede voor. Daar zo zitten met velen, gezegend zijn, de zakkende zon. Stille verbazing om wat er gebeurt. Vrede, met de Heer in het midden. Sjaloom. Alles goed, even. Ik kan daar soms diep naar verlangen. Juist omdat het leven vaak zo onrustig is en zonder vrede, zo vaak níet goed en zoals God het bedoelt. Wat een wonder als je daar dan iets van mag proeven, al is het maar even. Wat een wonder dat Jezus het brood dan deelt, ook vandaag!

[Afronding]

Zo werd daar de maaltijd gehouden. Hongerige magen werden gevuld. Maar ik denk ook dat innerlijke leegte, onvrede, verdriet, bij sommigen werd gestild. Dat geloof groeide in deze rabbi, die zoveel méér is dan een leraar. De Heer is Hij van hemel en aarde – ook onze Heer!

Ach, en er zit nog zoveel in deze geschiedenis. Bijvoorbeeld dat er twaalf manden overbleven, voor elke leerling één – het is een vooruitwijzing naar hoe ze later het levende brood uitdelen overal. Maar dat is voor later. Dit moment, van gevoed worden onder een open hemel, dit moment van verbazing, vreugde en vrede – het is nu. Het is goed, want de Heer zelf geeft en deelt! “Met spijs en drank in overvloed/ wilt Gij ons hart verblijden”.

Amen

Preek Markus 4:26-35

Tags

,

Uit de Bijbel is gelezen: Ezechiël 17:22-24 en Markus 4:26-35

 

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
Velen van u zullen wel eens in een vliegtuig hebben gezeten. Ikzelf ging ook eens voor het eerst vliegen, En ik moet zeggen dat ik dat een spannende ervaring vond. Niet het hoog in de lucht vliegen, dat is eigenlijk gewoon saai, Maar het opstijgen. Je zit in zo’n vliegtuigstoel, met je gordel om, en dat vliegtuig gaat steeds harder rijden over de startbaan. Eerst zo hard als een auto, dan zo hard als een raceauto, en het blijft maar harder gaan. In tussen komt het vliegtuig nog steeds niet los van de grond. Angstig keek ik uit het raam, en ik dacht bij mezelf: als dat maar goed gaat. En dan ineens komt het vliegtuig wel los, en hang je helemaal achterover in je stoel terwijl de motoren loeien – ook best eng.
Wat misschien nog het engste van alles is, is dat je helemaal geen controle hebt. Je zit daar, en Je moet maar hopen dat het goed gaat. Je kunt helemaal niets doen. En natuurlijk, je weet wel dat het beter is dat een ervaren piloot stuurknuppel in handen houdt, en niet jij; maar toch… Het zou een heel wat prettiger gevoel geven als je het idee hebt dat je zelf wat aan goed opstijgen kon bijdragen.
in de auto hebben sommige mensen dat ook. Als ze op de bijrijdersstoel zitten, kunnen ze het niet Laten om vreselijk mee te rijden. Te kijken wat de bestuurder doet, te kijken naar verkeer uit zijstraten, en af en toe misschien zelfs iets te zeggen: kijk uit, hij zit nog achter je! Andere mensen hebben daar helemaal geen last van. Die gaan lekker zitten op de bijrijdersstoel, en vertrouwen zich helemaal toe aan de stuurmanskunsten van de chauffeur.
Controle willen hebben of vertrouwend loslaten. Daar gaat het vanmorgen over in de preek.

[de gelijkenis]
Uit het evangelie van Marcus lazen we twee korte gelijkenissen. Twee simpele verhaaltjes waarmee Jezus iets wil zeggen: Over zaad dat groeit, en over een klein mosterdzaadje dat een grote plant wordt.
Wat is Lees verder

Preek ‘geloof doorgeven’

Tags

, , ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro: estafette]350
Aan het begin van deze dienst gaven we een Bijbel door. Zo konden we er iets van ervaren, hoe de dingen van God bij anderen komen doordat ze worden doorgegeven. Zo kan het evangelie zich verspreiden, steeds verder. Maar het gaat bij doorgeven van geloof niet alleen om afstanden overbruggen. Minstens zo belangrijk is het doorgeven door de tijd. Op de catecheseles deze week gebruikte ik het voorbeeld van een estafette. Een estafette, dat is zo’n race waarbij een stokje wordt doorgegeven. Ik heb er hier een bij me [laat zien]. het stokje wordt doorgegeven van de ene renner naar de andere, en zo komt het bij de finish.
Net zo is het met het christelijk geloof ook. Sinds het startpunt, dat is Jezus zelf, is het stokje van het geloof steeds doorgegeven van generatie op generatie. Van Jezus naar de apostelen, naar weer andere mensen, en zo misschien tot aan jouw overgrootouders, grootouders, ouders, en zo naar jou. Gelukkig komen er ook mensen tot geloof die het geloof niet van hun ouders aangereikt kregen, maar ook dan ontvang je op een of andere manier van anderen het estafettestokje dat al eeuwen wordt doorgegeven.
Bij zo’n estafette is er één moment heel belangrijk, en ook het spannendst: dat is het doorgeven. Een stukje rennen zal wel lukken, maar met het overpakken kun je cruciale tijd verliezen. Als het doorgeven fout gaat, als het stokje valt, dan is de race zeker verloren. Op de catecheseles liet ik een filmpje zien van de Olympische Spelen, waarop dat overgeven niet helemaal goed ging. Als het goed gaat lijkt het zo simpel, maar als je dan in slowmotion ziet hoe het ook fout kan gaan, dan besef je hoe spannend het doorgeven is. Zelfs getrainde topatleten doen het dus niet altijd goed…
Doorgeven – zo is het met geloof ook. Lees verder

Preek Markus 1:40-45 ‘een melaatse genezen’

Tags

,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
Weet u nog van alle coronamaatregelen? nu ligt het gelukkig alweer even achter ons, maar wat had dat een invloed. Wat stempelde dat je dagelijks leven. We leefden ineens in een heel andere wereld met zijn allen – of beter gezegd: ieder apart. Geen andere mensen ontmoeten, maar ieder in zijn eigen huis, eenzaam soms. Geen knuffel kunnen krijgen van je kleinkinderen, geen arm slaan om een ander, maar afstand! wie besmet was moest voor een tijd in quarantaine of in isolatie – in het begin zelfs afgezonderd van je eigen huisgenoten. En denk aan die vervelende mondkapjes, waardoor je elkaars gezicht niet goed kon zien, en waardoor mijn bril steeds besloeg. om nog maar te zwijgen van de complete pakken en schorten die je in het ziekenhuis soms aan moest doen. niet alleen het coronavirus was erg, de maatregelen ertegen hadden ook enorme impact. Op een bepaald moment vroeg je je misschien af: komt er ooit weer een normaal leven voor mij en mijn kinderen?
Waarom begin ik hiermee? Omdat we in het Bijbelgedeelte van vandaag een melaatse man tegenkomen – huidvraat, zegt onze vertaling. Niet alleen zijn ziekte, maar ook de maatregelen ertegen, hadden een enorme impact op zijn leven. Anders dan bij ons met corona, leek een normaal bestaan voor hem voorgóed verleden tijd.
Uit het Bijbelboek Leviticus lazen we de maatregelen die golden tegen melaatsheid, en waar de man dus mee te maken had. Ik moest meteen aan de coronatijd denken toen ik ze las. Als eerste moest een melaatse Lees verder

Verdiepingsdienst ‘zondag en zondagsrust’

Tags

, , , ,

Gemeente van Jezus Christus,

[intro]
Over zondag en zondagsrust gaat het vanavond. Wat dat betreft is er de afgelopen 50 jaar heel veel veranderd, zowel binnen de kerk als daarbuiten. Ouderen hier zullen zich nog wel dingen herinneren rond de zondagsinvulling vroeger. Was hen niet bij uzelf dan kent u de verhalen wel. Dingen als ‘niet fietsen op zondag’, ‘niet afwassen’, soms zelfs ‘niet buitenspelen’. Zondagse soep, die zaterdags al was gemaakt, zodat er op zondag niet gekookt hoefde te worden. Voor sommigen was de zondag een dag met warme sfeer in het eigen gezin; voor sommige andere misschien alleen maar een vervelende dag dat er niets te doen was. Er wás ook niets te doen, bijna alles was gesloten.
Voor jongere mensen klinkt dit waarschijnlijk als een compleet vreemde wereld. Zondagsrust is grotendeels uit de wetgeving verwijderd. Zondag: een dag voor sport, voor familiebezoek en andere leuke dingen. Hoewel, hoe zit dat als je gelovig bent…? In de tien geboden staat dat gebod over de rustdag. Maar wat betekent dat concreet? Daar wil ik vanavond met u over nadenken. De rustdag heiligen, hoe doe je dat?
Want dat staat er in het vierde gebod. Het is niet allereerst een vérbod, maar een gébod. “Houd de sabbat in ere als een heilige dag”. Dat is een gébod. Vorige generaties zijn dat wel eens vergeten, die legden meer nadruk op het verbod dat erachteraan komt. “Dan mag u niet werken”. Het gaat om een gébod: heilig de sabbat.

[sabbat en zondag]
[a) de dag]
Maar dan zijn we meteen al bij het eerste probleem van dit gebod. Om welke dag gaat het eigenlijk? De sabbat, staat er. Dat is Lees verder

Preek Markus 1:16-20 “Twee wonderen: dat Hij roept en dat jij volgt”

Tags

, ,

Dienst met doventolk.

Gemeente van Jezus Christus, u hier in de kerk, en wie thuis meekijkt,

[intro]
Laten we in gedachten eens naar het meer van Galilea gaan. We zijn in de buurt van een dorpje dat aan de oever ligt. De witte huisjes weerkaatsen de felle zon. Op het strand van het meer voel je koele wind van over het water. Verschillende scheepjes liggen er, half op het strand getrokken. Ik zie een paar mannen staan, die een eindje het meer zijn ingelopen. Ze gooien een groot rond werpnet in het water, dat ze daarna langzaam weer inhalen. Iets verderop zitten een paar mannen in hun boot. Ze laten lange netten door hun handen gaan, en kijken die nauwkeurig na op beschadigingen. Het is wel duidelijk dat we bij een vissersdorpje zijn. Je kunt het zelfs ruiken – op platte stenen liggen vissen te drogen in de zon, zodat ze langer bewaard kunnen blijven. Het leven hier is verbonden aan het meer en de visvangst.
Er komt een man aangelopen langs het strand. De vissers kijken even op, ze kennen hem niet. De man blijft staan en kijkt rond. In één oogopslag ziet hij het hele bestaan van deze stoere mannen: huis, boot, net, vis. Maar dan gebeurt er iets vreemds. Hij roept. Hij roept naar de twee broers met hun werpnet: “Hé!” Ze kijken op. En de man roept verder: “Kom, ga met mij mee! Ik zal jullie leren om mensen te vangen in plaats van vissen!” Wat zou jij doen, als je een van die mannen was geweest? Ik kan van alles bedenken – dat je verbaasd bent; dat je gaat vragen wat hij wil; misschien wel dat je tegen je voorhoofd tikt en verder werkt… Ik zou nooit bedenken wat er in werkelijkheid gebeurt. Simon en Andreas, zo heten de vissers, laten meteen hun netten achter en gaan met de man mee. Jezus is het, die ze riep. Daarna gebeurt nog een keer hetzelfde bij de vissers die in hun boot zitten. Jezus roept, en meteen gaan ze mee. Is dat geen wonder?
Maar eigenlijk gebeuren er hier twéé wonderen, zo merkte ik toen in dit Bijbelstuk bestudeerde. Het ene wonder is dat die mannen zomaar meegaan. Maar er is nog een wonder: dat Jezus deze mannen roept! Over allebei die wonderen wil ik vanmorgen iets zeggen: dat Jezus roept, en dat mensen hem gaan volgen. En als derde kijken we nog kort wat voor gevolgen het heeft als je Hem volgt. Lees verder