Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: de indruk die Jeruzalem maakt]
wat moet het mooi zijn geweest voor de pelgrims die naar Jeruzalem trokken. Een lange tijd gelopen, en dan: de stad in zicht, wit in de zon. De sterke stadsmuren, de schitterende tempel. Geroezemoes van alle pelgrims om je heen, je moede benen die weer kracht krijgen: we zijn er bijna! En dan iemand die begint te zingen, met een droge keel van al het stof op de weg – toch zingen. “Jeruzalem dat ik bemin, wij treden uwe poorten in. U, Godsstad mogen wij ontmoeten”.
Wat was Jeruzalem bijzonder voor de mensen in het oude Israël. De stad waar Gods huis was, de tempel, waar God zelf woonde. De stad waar je heenging om te offeren en om feesten te vieren. De stad waar de koningen regeerden uit Davids dynastie.
Wat is het nog altijd indrukwekkend om in Jeruzalem te komen! De mensen hier in de kerk die er geweest zijn, weten het wel. De eeuwen die op je neerzien. Maar dat niet alleen. Dit is méér dan een oude stad, het is op een speciale manier Gods plek. De plek waar eens de tempel stond, maar ook de plek waar Jezus is gestorven en opgestaan. De graftuin, de Olijfberg… Nog steeds beginnen mensen soms die psalm te zingen, in een touringcar vol hedendaagse pelgrims, of gewoon buiten op een heuvel met uitzicht op de oude stad. Jeruzalem!
[de oproep in vers 6]
Over deze stad gaat het vandaag, op deze Israëlzondag. Lees verder