Gemeente van Jezus Christus,
[intro: allochtonen en integratie/assimilatie]
Na de Tweede Wereldoorlog zijn er heel wat Nederlanders geëmigreerd naar Canada of de Verenigde Staten. Een enorme overgang, een vertrek voorgoed, met de boot op weg om daar een nieuw bestaan op te bouwen. Op sommige plekken ging er een heel aantal van die emigranten bij elkaar wonen, bijvoorbeeld in Holland, Michigan. Ze bouwden daar een soort eigen Nederlandse samenleving, waar je op straat Nederlands hoorde spreken, en waar verschillende Nederlandse kerkgenootschappen een vestiging hadden. Natuurlijk, er waren ook dingen anders dan in Nederland, maar het was duidelijk dat hier geen Amerikanen woonden. Zo was het toen. Naarmate de tijd verstreek, veranderde er echter het een en ander. Engels werd meer en meer de voertaal. De eetgewoonten werd ook Amerikaanser, en de auto’s net zo groot als overal in de Verenigde Staten. Het contact met Nederland werd steeds makkelijker te onderhouden, maar de afstand werd juist groter. Momenteel is voor de meeste nakomelingen van Nederlandse emigranten die afkomst alleen maar een leuk deel van hun “cultural heritage” zoals dat heet. Ze zijn Amerikaan, ze doen Amerikaans, en ze hebben een Amerikaans paspoort. Wat is er gebeurd? Ze zijn geïntegreerd in Amerika. Of sterker nog: ze zijn geassimileerd – deel geworden van de andere cultuur.
Ook in Nederland zijn emigranten, gastarbeiders. Naarmate je bij de tweede, derde, of zelfs vierde generatie komt, zijn mensen van bijvoorbeeld Marokkaanse afkomst steeds meer geïntegreerd in de Nederlandse samenleving. Een Marokkaanse moslima anno 2025 gaat echt niet een paar meter achter haar man lopen, zoals haar grootmoeder dat misschien wel deed. En tegelijkertijd heeft ze geen behoefte om een complete “kaaskop” te worden, ze houdt vast aan de islam en aan dingen uit de Marokkaanse cultuur. Integratie: een plek vinden in de samenleving. Wat er met die Nederlandse emigranten in de VS gebeurde, gaat echter een stap verder: assimilatie. Opgaan in het andere land en je eigenheid verliezen.
[thema en punten neerzetten]
Houdt u dit even vast. Want het heeft alles te maken met de tekst die we vanmorgen centraal stellen. Lees verder



Zo zijn er wel meer levensmotto’s. Soms van een persoon, soms kenmerkend voor een bepaalde tijd. Het levensmotto van de middeleeuwen was ” memento mori” – dat wil zeggen: denk eraan dat je zult sterven. Als er zo’n zin boven je leven staat geschreven [gebaar], dan bepaalt dat zeker hoe je in het leven staat. Ernstig, op het eeuwige gericht. In de tijd daarna, de renaissance, zetten mensen zich bewust af tegen zo’n levenshouding. Zo wilden ze niet zijn!. En boven hun leven schreven ze een ander motto, geleend van de oude Romeinen “carpe diem” – ofwel: pluk de dag. Als dat je levensleus is, sta je lichter in het leven.