Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[intro: leven in Babylon]
We hebben al in een aantal preken gehoord over Babel, Babylon. Vanavond horen we erover op een onverwachte plek. De apostel Petrus sluit een brief af met deze groet: “uw mede uitverkorenen in Babylon groeten u”. Blijkbaar schrijft Petrus vanuit Babylon. Maar hoe kan dat? in zijn tijd is het oude Babylon in Irak al eeuwenlang een ruïne. Hoe kan Petrus dan schrijven vanuit Babylon?
De uitleggers zijn het erover eens dat Petrus schrijft vanuit Rome. Rome, zo zou je kunnen zeggen, is het Babylon van zijn tijd: hoofdstad van een wereldrijk, de plek waar de grootsheid en macht van de mens zichtbaar wordt..

Tegelijkertijd heeft Babylon hier nog een andere klank. Babylon heeft namelijk ook te maken met ballingschap. In het oude testament werden de inwoners van Jeruzalem weggevoerd als ballingen naar Babylon. Daar moesten ze leven als vreemdeling ver van huis. Die notie komt ook terug in de brief van Petrus. Niet alleen híj zit in Babylon, maar de mensen aan wie hij schrijft ook. Al zijn zij niet in Rome, ze zijn wel elders in het Romeinse Rijk. Petrus schrijft aan ze, 2:11 “geliefde broeders en zusters, u bent als vreemdelingen die ver van huis zijn”. De christenen aan wie hij schrijft leven in de Babel-cultuur van toen: het Romeinse rijk. Ze leven in een maatschappij waar God niet geldt, en zijn leefregels niet leidend zijn.
En zo, denk ik, is onze situatie ongeveer ook. Ook wij leven in Nederland in een Babel-cultuur: de mens centraal, en God speelt geen rol. Waar vroeger Nederland nog een christelijk land genoemd werd, is dat echt niet meer het geval – kijk gewoon naar verkiezingsuitslagen of kerkbezoek. Ook wij wonen in Babylon, zou je kunnen zeggen. De grote vraag is dan: hoe kun je nu als christen leven in Babylon? Hoe moet je je dan opstellen? Dat was de vraag voor de mensen aan wie Petrus schrijft, het is ook een vraag voor ons. Juist als je het heilig avondmaal hebt gevierd, hoe ga je daarna dan weer de wereld in die ons omringt?
DRIE PUNTEN
– Niet leven zoals Babylon
– Je niet afsluiten in angst of afkeer
– Getuigen van je Heer en je hoop
PUNT 1: niet leven zoals Babylon
[hoe niet]
Als eerste dus: niet leven zoals Babylon. Immers, Babylon, Babel is de stad van de mens – we hoorden het in eerdere preken. Zelf de hoogste zijn, de mens als maat van alle dingen; zelf uitmaken wat je doet, wat je goed en fout vindt… Wie gelooft in Jezus, wie aan het heilig avondmaal zat, die kan niet zo in het leven staan. Die heeft een Heer. Ik las die tekst net nog aan de tafel: “u bent gekocht, met het kostbare bloed van Christus”. Je bent niet van jezelf. Er staat zelfs: je bent vríjgekocht uit het zinloze leven dat je eerst leidde, het Babylonische bestaan.
Wat is dat dan voor leven, daar in Babylon? In Rome toen, in Nederland nu? Petrus noemt het in 2 vers 11 “Toegeven aan wereldse begeerten”. Begeerten, dat wil zeggen: je impulsen, je verlangens, wat er maar in je opkomt – dat volg je. Er gaat geen filter overheen van ‘is dit goed?’- je leeft gewoon een eind weg. En het gevolg: alles draait om jezelf. Jouw plezier, jouw succes. Andere mensen zijn decor in jouw voorstelling. En of God er nog iets van vindt, dat doet er al helemaal niet toe – hij is allang weggedrukt. De gevolgen zijn schrijnend: een harde maatschappij. Veel kapotte relaties. De natuur die kapot gaat omdat hij wordt opgebruikt voor ons gemak en genot. Je begeertes volgen, het lijkt leuk, maar het ‘voert strijd tegen je ziel’ zegt Petrus. Van binnen ga je kapot.
[hoe wel]
Wel, zó leeft een volgeling van Jezus Christus dus niet, als het goed is. Ik zeg erbij, als het goed is. Want de maatschappij die je aan alle kanten omringt, heeft meer invloed dan we vaak beseffen. Ook ik betrap mezelf erop dat genieten vaak belangrijker is dan goed doen. Want dat is wat Petrus er tegenover stelt. Hij schrijft “leid te midden van de heidenen een goed leven” – 2:12. ‘Leid een goed leven’, ergens klinkt dat weinig opzienbarend. Misschien lijkt het nogal burgerlijk, ‘leef netjes’. Maar wat is er mis met netjes leven? Mensen dragen t-shirts met teksten erop zoals “rebel” en “break every rule”. Petrus zegt juist: erken het gezag van de overheid (2:13), en verderop gaat het nog over gezag in andere verbanden. Babel wil zelf de hoogste toren bouwen – wie bij Jezus hoort hoeft niet de hoogste te zijn. Als christen hou je je aan Gods wetten, en daarom ook aan de wetten van de overheid, zolang die niet tegen God ingaan. Heel basic. Destijds belangrijk, omdat christenen werden gewantrouwd als ondermijnende elementen. Maar wat Petrus schrijft geldt ook nu.
Tegelijk is het leven als christen natuurlijk veel méér dan alleen een brave burger zijn. Je hebt een andere Heer (niet de keizer, niet jezelf, maar Jezus) – je hebt een andere Heer en daarom heeft heel je leven een andere sfeer. Zoals ze vroeger zeiden: dat stempelt je gepraat en je gewaad en je gewaad en elke daad. Niet zozeer door starre regels, maar doordat je leeft met hoop, we hoorden het vanochtend. Je Heer en je hoop, die maken dat je andere keuzes maakt dan in Babel gebruikelijk is.
PUNT 2: Je niet afsluiten in angst of afkeer
[Geloof gewantrouwd]
Dat brengt ons bij het tweede punt. Als jij op de weg van Jezus gaat, zul je in sommige opzichten anders leven dan je omgeving. Dat kan maken dat je scheef wordt aangekeken. Dat was zo in de tijd van de Bijbel. Religieuze feesten waren destijds een belangrijk samenbindend middel in de maatschappij, net als de verering van de keizer. Maar die mensen, die ‘christenen’ zoals ze zich noemen, die doen niet mee. Sommigen van hen zijn slaven, maar ze hebben het over een andere Heer, Jezus, van wie ze dienaren zijn. Wat is dat voor een vreemde groep?
Ook in onze tijd kunnen christenen scheef worden aangekeken. Christenen, klinkt het, hebben discriminatie van vrouwen bevorderd, van homo’s… Christenen laten míj werken op zondag, omdat zíj dan niet willen worden ingeroosterd, en ga zo maar door. Ze veroordelen dingen, alsof zij beter zijn!
En inderdaad, als je bij Jezus hoort vínd je wat van allerlei dingen in de maatschappij. Concrete dingen, zoals de omgang met seks en relaties bijvoorbeeld, als het alleen gaat om ‘begeerte’. Maar ook fundamenteel: dat God en zijn goede geboden niet tellen. Dat laat je je een vreemdeling voelen ver van huis. Een balling in Babel.
[logische reactie: je afkeren]
Een heel logische reactie is dan dat je je afkeert van de maatschappij. Van de cultuur waarin je leeft. Je voelt je niet thuis, er gebeuren allerlei dingen die God niet wil, het is vol zonde En zinloosheid. Je voelt afkeer, of misschien voel je ook wel angst – dat je vijandig zult worden behandeld, of juist dat je erop wordt meegesleurd. En het gevolg? Je keert je af. Je gaat de wereld mijden, zoekt een veilig plekje voor jezelf. Een extreem voorbeeld zijn de Amish in Amerika. In deze kerk zullen we het niet op die manier doen. Maar toch kan het gevoel heersen: je leeft in een boze, bedreigende Babelwereld. Angst en afkeer maken dat je je afsluit. Jij probeert goed en gelovig te leven, en de wereld heb je al afgeschreven. Die ligt toch in het boze.
[God schrijft Babylon niet af]
Maar… God heeft Babylon niet afgeschreven. Hij heeft deze wereld niet opgegeven. Ja, Babel is wel tegen God, daar hoorden we vorige week van. God echter is niet tegen, maar bóven Babel. Hij wil ten diepste dat Babel Hem zal erkennen. Hij wil dat Babel zich bekeert, niet dat Babel ondergaat. Of naar nu vertaald: God zoekt niet de ondergang, maar de omkeer van Nederland. Hij heeft ook onze Babelcultuur niet afgeschreven. En daarom mogen ook wij dat niet doen.
PUNT 3: Getuigen van je Heer en je hoop
[niet afkeren, getuigen zijn van de hoop]
En dat brengt ons bij het derde punt. ‘Getuigen van je Heer en je hoop’. Wij leven in Babel, in de stad van de mens die van God niet wil weten. En tóch, toch mag je je daarom niet afkeren van de plek waar God je heeft geplaatst.
Wie als christen leeft in Babel, mag namelijk een ambassadeur zijn van je Heer. Een getuige in woord en daad. Niet geleid door angst, maar door openheid. Je mag bedenken: Jezus is mijn Heer, en Hij is uiteindelijk de Heer van heel de aarde. “Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen”, schrijft Petrus in 3 vers 14. Nee, wees een getuige van je God. Wees open naar het Babel waar je leeft als vreemdeling, open als een ambassadeur.
[concreet maken]
Je mag een getuige zijn van Jezus. Allereerst gewoon door hoe je leeft. Voor je eigen idee heel gewoon misschien, een brave burger… Maar anderen zien meer dan je denkt. Petrus schrijft “dat ze door uw goede daden tot inzicht komen en God eer bewijzen” 2 vers 12. Je levensstijl is belangrijk! Jij bent waarschijnlijk de enige Bijbel die een buurman leest. Hoe belangrijk is het dan om niet mee te gaan in alles wat Babel biedt, maar heilig te leven, uit de hoop die in je is!
Je houding kan ook vragen oproepen. Misschien van ‘waarom doe jij dit-en-dit niet?’ maar misschien ook ‘wat heeft hij of zij toch voor hoop, voor houvast?’ Daarover zegt Petrus, 3:15 “Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan altijd bereid u te verantwoorden”. Naast daden ook woorden!
Maar hoe doe je dat dan? Misschien vindt u of vind jij dit wel heel lastig, spreken over je geloof. Wel, dan krijgen we van Petrus drie tips. Er staat in 3 vers 16: doe het zachtmoedig – dat is het eerste; met respect – dat is het tweede, en houd uw geweten zuiver; dat is het derde. Met deze drie dingen wil ik afsluiten, want dat maakt het concreet: getuigen van je Heer en je hoop!
Als eerste: ‘zachtmoedig’. Vraag iemand iets, ga dan geen discussie aan. Je kunt een discussie winnen, maar een mens verliezen. Nee, blijf zachtmoedig. Vriendelijk, ook als de ander afwerend doet. Vertel maar eenvoudig wie de Heer voor je is, meer hoeft niet! Blijf bij jezelf, ga geen theorie verdedigen, maar spreek over de hóóp die in je is!
Ten tweede: ‘met respect’. Letterlijk staat er ‘met eerbied’ – en dat slaat niet op je gesprekspartner, maar op God. Spreek altijd met respect over God. Wetend dat Hij je hoort, hopend dat Hij je helpt, proberen eerbiedig goed over Hem te spreken, en over zijn Woord en wil. Dat zal je helpen om de boodschap niet bij te buigen naar de smaak van mensen. En het laat je beseffen dat de Heer alleen iemand kan bekeren, jij niet.
Ten derde dan nog ‘met een zuiver geweten’. Dat wil eenvoudig zeggen dat je alleen goed voor je geloof kunt uitkomen als leven klopt met wat je zegt. Laat je leven de goede vragen oproepen! Niet van dat iemand zegt: ‘hé, jij gaat toch naar de kerk, waarom zag ik je dan laatst dit-en-dat doen?’ Dan kun je nauwelijks meer getuigen van de hoop die in je leeft. Nee, houd je geweten zuiver, leef heilig voor de Heer. Alleen dán kun je goed zijn getuige zijn.
[Slot]
We hebben het heilig Avondmaal gevierd. Maar nu moeten, nu mogen we de wereld weer in. Laat het merkbaar zijn aan ons, dat we mensen van God zijn! Leef het uit, dat je van de Heer bent. Vrijgekocht door het bloed van het Lam, niets minder. Laat het maar blijken in je keuzes, in je levensstijl. Al leef je in Babel, wees niet zoals Babel! Maar… keer je ook niet af van die wereld zonder God. Ook zij moeten immers weten van Jezus, gaan geloven in Hem? Durf een getuige te zijn, in je levensstijl, in je keuzes, en ook in woorden. De Heer wil je helpen! Hij is de Heer van mijn leven. Hij is de Heer van de wereld, Hij is ook Heer over het Babylon waar wij wonen.
Hem zij de eer, tot in alle eeuwigheid. Amen
