Tags
Gemeente van Jezus Christus,
[de Ethiopiër uitgesloten van de dienst aan God]
Daar zit die man uit Ethiopië, op de terugweg uit Jeruzalem! Terwijl hij op zijn wagen rijdt overdenkt hij de afgelopen dagen. Eigenlijk is hij erg teleurgesteld. In zijn eigen land had hij gehoord over de God van Israël, misschien door Joden die daar woonden. Het had hem zo geïntrigeerd dat hij er meer van wilde weten. Hij had er een lange reis voor over gehad. Van Ethiopië naar Israël, en niet met het vliegtuig zoals nu, maar maanden met de boot en met paard en wagen. Eindelijk was hij dan in Jeruzalem gekomen. De prachtige heilige tempel had hij al van verre zien schitteren, hij was diep onder de indruk. Maar… hij mocht er niet in. Hij mocht alleen op het allerbuitenste plein komen, het zogenaamde voorhof van de heidenen. Hij was geen jood, dat kon je aan zijn donkere huidskleur meteen zien. Geen toegang daarom!
Mocht Hij dan niet bij deze God horen? Hij had geïnformeerd, hij wilde niet op grote afstand staan. Hij had toen gehoord dat je wel proseliet kon worden. Iemand uit een ander volk kon Joods worden door een rituele schoonwassing, door je als man te laten besnijden, en door je aan de Thora te onderwerpen. Echter, ook deze weg bleek onmogelijk! Hij was een eunuch, zo zegt ons Bijbelgedeelte. Iemand die gecastreerd is. Dat gebeurde in die tijd, dat een koningin liefst alleen mannen als dienaar had die ‘onschadelijk waren gemaakt’ zeg maar. Barbaarse gewoonte. Het is al erg genoeg als je zo bent verminkt. Maar in de wet van Mozes staat dat wie ‘verminkt is aan zijn mannelijkheid’, zich niet bij het volk van God mag voegen. Hij kon ook geen proseliet worden. Het enige wat overbleef was de terugweg. Hij had nog een boekrol meegenomen met profetenwoorden. Die had hij nu voor zich. Maar deze reis: een grote teleurstelling! Hij voelt zich uitgesloten. Hij is te anders, mag niet meedoen… Alleen als je in de juiste vakjes past kun je bij de God van Israël horen, blijkbaar! Lees verder
