Tags
Uit de Bijbel is gelezen: Jesaja 9:1-6 en Handelingen 13:17-26
Gemeente van Jezus Christus,
[Intro: uitzien naar de lente]
Zie je al uit naar de lente? We leven nu in de donkere dagen voor Kerst, zoals dat heet. Ik merk het als ik ’s avonds naar de BSO fiets in de basisschool in Lieren. Als ik nu om 5 uur daarheen rijd is het echt nacht, en je ziet de koplampen van de auto’s op de enk bewegen. De nachten zijn lang, de dagen kort. Er zijn mensen die nu last krijgen van een winterdepressie. En in het algemeen is het waar dat je zomers meer energie hebt, en makkelijker dingen onderneemt.
Ja, deze wintertijd heeft ook wel iets. Maar vooral, denk ik, omdat je weet dat die niet altijd duurt. Omdat je weet dat straks weer de lente komt. De dagen langer worden, en alles weer gaat groeien en bloeien. En soms kun je daar al naar uitzien. Van die korte grijze koude tijden, ze moeten niet te lang duren. Je kunt verlangen, verlangen naar de lente. Denk wat ik bij het kindermoment zei. Verlangen – lang. Het duurt helaas nog lang, voor het voorjaar zal zijn.

Maar gelukkig, we weten wel zeker dat de lente weer komt. Stel je voor dat dat niet zo zou zijn! Stel je voor dat het altijd winter bleef. Stel je voor dat je geen uitzicht had op dat de dagen weer langer worden en warmer, geen uitzicht op licht en nieuw leven. Wat zou je dan somber worden! Dan zou het zijn als in een gedicht van J.C. Bloem, een vaak droevige dichter: ‘[daar] in de kamer, waar gelaten/ Het daaglijks leven wordt verricht / schijnt uit de troosteloze straten/ Een ongekleurd namiddaglicht (…) Altijd november, altijd regen, altijd dit lege hart, altijd.’ Of denk aan het verhaal van Narnia, wanneer daar de witte heks heerst: door haar betovering is het altijd winter en nooit kerst. Of nog erger Lees verder