Noem na de schriftlezing eerst de tekst: vers 23-24, en wijs op verband met t lied dat we gaan zingen: gez. 399: 6 LvdK “geef dat wij bij uw komst onstraf’lijk wezen mogen”
Gemeente van Jezus Christus,
[we moeten heilig zijn om Jezus te ontmoeten]
De wederkomst van Jezus is als het gewicht aan een ouderwetse klok. U kent het misschien wel zo’n klok met gewichten, zie hem maar voor je. Misschien hing er wel zo’n Friese klok bij je oma, of misschien hangt er nog wel zo een klok bij één van de mensen die nu via de kerkradio meeluisteren. Een klok van vroeger loopt niet op een batterij, of op het stroomnet, maar op het gewicht dat eraan hangt. Dankzij het gewicht blijft de klok lopen. Het gewicht geeft spanning op de ketting en die zorgt dat de raderen blijven draaien. Daardoor roest de klok niet vast maar blijft hij in beweging.
Nu is de wederkomst van Jezus eigenlijk net zo’n gewicht aan het leven van het geloof. Het weten dat de Heer eraan komt, houdt de zaak op spanning. Want aan de ene kant is het geweldig om te mogen uitzien naar Gods toekomst die Hij heeft beloofd – het Heilig Avondmaal dat vierde wijst ons daarop. Maar aan de andere kant zet het het leven wel op spanning: zijn wij klaar voor de ontmoeting met de Heer?
De tekst die vanavond centraal staat spreekt daarover. “Mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus” zegt Paulus. Dat geeft spanning die ons hopelijk in beweging zet, net als zo’n oude klok. Uitzien naar de wederkomst is soms al lastig – je kunt hangen aan het leven hier, bekend en vertrouwd, ook al weet je dat dan alleen maar mooier wordt, Je kunt zorgen hebben over je kinderen en anderen die niet geloven. Maar bovendien – klaar zijn, zelf, voor de komst van de Heer, dat spreekt ook niet vanzelf. Als de Koning komt, moet alles schoon en netjes zijn Lees verder
